1 Werkzaamheden. ’s-Gravenhage, 29 Maart 1935. k 2 J. PLANTENGA, Voorzitter. J. VAN WIJK, Secretaris. Gasbedrijf tegen een uitspraak van het Gemeentelijk Scheids gerecht (no. 13 van 1933) ingesteld beroep niet-ontvankelijk ver klaard wegens overschrijding van den beroepstermijn. In verband met de omstandigheid, dat tusschen het nemen der mondelinge beslissing over een zaak en het schriftelijk for- muleeren daarvan met toezending daarvan aan appellant en aan het orgaan, dat den maatregel oplegde, onvermijdelijk eenige tijd moet verloopen, waardoor van den termijn van 30 dagen, gedurende welken beroep op den Centralen Raad van Beroep openstaat, een deel voor partijen verloren zou gaan, werd besloten, dat in het vervolg als datum van het nemen der beslissing zal gelden de dag, waarop de beslissing definitief schriftelijk is vastgesteld en geteekend, welke dag in de uit spraak of het advies zal worden vermeld. Uit de aan dit verslag toegevoegde bijlage I kan blijken, dat de Geneesheer-Directeur der Gemeenteziekenhuizen tegen de be slissing van het Gemeentelijk Scheidsgerecht in de zaak no. 14 van 1934 in beroep is gekomen bij den Centralen Raad van Beroep. In het jaar 1934 werden in totaal 8 vergaderingen gehouden. Behandeld werden 11 beroepen, terwijl in 4 gevallen advies werd uitgebracht, nadat dit op grond van de bestaande voor schriften door Burgemeester en Wethouders was gevraagd. In één geval verklaarde het Scheidsgerecht het ingestelde beroep niet-ontvankelijk wegens te late inzending van het be roepsschrift. In dit verband zij opgemerkt, dat Burgemeester en Wethouders bij schrijven van 2 Januari 1934 de hoofden van takken van dienst met het oog op den in art. 4 van het Scheids- gerechtreglement gestelden beroepstermijn van driemaal 24 uren herinnerd hebben aan de wenschelijkheid, dat van eiken maatregel tot oplegging van straf of schadevergoeding uit een ontvangbewijs blijkt, op welk tijdstip de betrokkene met de op gelegde straf of schadevergoeding in kennis is gesteld. Van de behandelde zaken gaat een overzicht hierbij (Bij lage I), alsmede een overzicht van de aan ambtenaren en werk lieden in het jaar 1934 opgelegde straffen en schadevergoe dingen (Bijlage II). VERSLAG VAN HET GEMEENTELIJK SCHEIDSGERECHT.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1934 | | pagina 106