Bijlage 48 Beheer. Personeel. VERSLAG betreffende den Koninklijken Schouwburg te ’s-Gravenhage over het jaar 1934. het belang van den Schouw burg wensche- Ifa’k te achten. van het ge bouw. De Commissie van Beheer was samengesteld als volgt: voor- Commissie van zitter: Prof. Ir. C. L. v. d. Bilt, Wethouder van Onderwijs, als lid van het Dagelijksch Bestuur der Gemeente; leden: Prof. Mr. A. C. Josephus Jitta, Mr. D. J. I. v. d. Oever, J. Spiesz en W. H. Vliegen, als leden van den Gemeenteraad en Mr. G. A. van Haeften, Mevr. A. M. van HilleGaerthé, Dr. W. W. van der Meulen en D. Peereboom Voller, als leden uit de ingezetenen van ’s-Gravenhage; secretaris: Dr. C. van den Berg, Chef der afdeeling Onderwijs der Gemeentesecretarie. Het personeel bestond, behalve den Administrateur, uit: De toestand van het gebouw met inventaris is in het alge- Toestand van het meen zeer gunstig. De vloerbekleeding in de toeschouwersruimte gebouw met behoeft gedeeltelijke vernieuwing. inventaris. De wenschelijkheid blijft bestaan om de eerstvolgende jaren Maatregelen in den voorraad décors, meubelen en requisieten aan te vullen, daar de voorraad op het oogenblik, vooral wat betreft de twee laatstgenoemde artikelen, onvoldoende moet geacht worden. De verhuring had in hoofdzaak weder plaats aan den vasten De verhuringen bespeler (het Vereenigd Rotterdamsch-Hofstad-Tooneel) en wel de Donderdag-, Vrijdag-, Zaterdag-, Zon- en feestdagavonden en de Zon- en feestdagmiddagen. Na 1 September verviel hiervan de Vrijdagavond. De overige avonden werden aan verschillende gegadigden verhuurd. Gezien het feit, dat dit alle ongesubsidi eerde gezelschappen waren, vrijwel alle niet in ’s-Gravenhage gevestigd, was het resultaat hiervan nog zeer bevredigend. Een klein aantal avonden bleef onverhuurd. In Juni werd 17 avonden gespeeld. De resultaten hiervan waren weinig gunstig. Van 5 tot 31 Augustus werden door twee gezelschappen tooneel- voorstellingen gegeven met zeer bevredigend resultaat. In den tijd, gedurende welken de Schouwburg gesloten was, werd met III. IV. I. II. voor den bureaudienst: 2 personen; voor den tooneeldienst: 14 personen; voorts uitsluitend voor avond dienst 1 of meer avondwerkers naarmate de voorstelling eischte; voor den algemeeneu dienst: 11 personen; voor den zaaldienst, uitsluitend voor avonddienst: 12 personen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1934 | | pagina 1072