By lage 9 VERSLAG van den Directeur der Gemeentebelastingen over het jaar 1934. van vertrokken en gevestigde be lastingplich tigen. Zooals in den aanhef van het vorige verslag werd aange- kondigd, bevat dit verslag wederom een overzicht van de In komstenbelasting over 3 jaren. Daar met ingang van 1 Mei 1931 de Plaatselijke Directe Belasting naar het inkomen vervallen is, komen hierover geen andere cijfers meer in het verslag voor dan in het algemeen overzicht (staat III). De statistiek van vertrokken en gevestigde belastingplich- Statistiek tigen wordt niet meer gegeven. Deze statistiek, voor welker samenstelling de gegevens van het Bevolkingsregister omtrent vestiging en vertrek met de inkomens der vertrokken en geves tigde personen moesten worden bijgewerkt, vereischte veel arbeid en kon wat de vestiging betreft eerst 2 a 3 jaar nadat deze plaats had nauwkeurig worden opgemaakt. Van de gedurende een belastingjaar vertrokken personen werd het inkomen, waarnaar zij over dat belastingjaar waren aangeslagen, in de statistiek opgenomen, doch van de in dat jaar gevestigde personen het inkomen, waarnaar de aanslag in deze gemeente na de vestiging plaats had. Tot dit laatste is indertijd overgegaan om een zoo juist mogelijk beeld van de inkomens bij vestiging te geven, daar bij vestiging in vele in komens een belangrijke wijziging kwam ten gevolge van pen- sionneering, uit zaken gaan enz., zoodat het inkomen, dat in een vorige gemeente genoten werd, niet als een juiste maatstaf kon dienen. Het gevolg hiervan was, dat een nauwkeurige statistiek van een bepaald jaar eerst ongeveer 3 jaar, nadat de vestiging plaats had, kon worden gepubliceerd. Waar de juiste cijfers zoo laat bekend werden en aan deze statistiek met het oog op den velen daaraan verbonden arbeid vrij veel kosten verbonden zijn, is uit bezuinigingsoverwegingen tot afschaffing ervan besloten.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1934 | | pagina 126