9 12 B. Belasting in hoofdsom en de daarop geheven opcenten. B. Belasting in hoofdsom en de daarop geheven opcenten. 4. Vermogensbelasting. A. Aantal aangeslagenen en bedrag der vermogens. 2 I f 2') L 3 i I VERSLAG GEMEENTEBELASTINGEN. Opcenten. Hoofdsom Dienst en jaren. Aantal. Bedrag. opcenten. f n 10 wordt Natuurlyke personen binnen het Rijk wonende. f f f r> T> n T) Opcenten voor de Provincie. de Gemeente. Dienst jaren. Bedrag. Bedrag Bedrag. Bedrag. 3) Deze opcenten worden geheven ingevolge de Wet van 15 Juli 11)29 (Stbl. n°. 388) op de aanslagen van het Ryk wonende natuurlijke personen. Belasting jaren. 133.000 134.000 131.000 116.000 96.000 1928/29 1929/30 1930/31 1931/32 1932/33 Aantal aange slagenen. Hoofdsom met inbegrip der navor deringen en verhoo- gingen. Bedrag der vermogens. 2) 2.066.600.000 2.157.312.000 i 2.142.896.000 1.905.521.000 1.441.777.000 I het Leening- fonds 1914. het Gemeente fonds. 3) Aantal aange slagenen. 3) f 40.669 42.910 Bedrag der vermogens. 3) f 11.742.342 12.775.224 15.818.062 15.598.693 12.416.065 23.874.000 31.385.000 35.108.000 33.554.000 31.588.000 Total van hoofds en opcenti 15.552 16.077 16.396 I 16.446 15.074 f 11.483.613: 12.530.656 13.015.080 12.054.932 9.576.834 255 303 315 323 349 S g 73 cC 50 50 50 50 147.159 266.680 260.624 282.849 175.474 55 55 55 55 55 f 2.022.913 r 2.113.728 2.103.140 1.863.334 1.398.413 1928/29 1929/30 1930/81 1931/32 2) 1932/33 i) Zie noot 0 onder A. Natuurlijke personen binnen het Ryk wonende. Vermogen per aangeslagene. Hoofdsom zonder navor deringen of verhoogingen. f 11.072.246 12.012.186 12.604.483 11.600.947 9.119.020 258.729 244.568 22 2) 2.802.982 30 3) I 3.543.761 30 i 2.839.231 mei uiuiicii iic: Rijk wonende of gevestigde belasting plichtigen. 2 i 2 2 42.822 185.784 „141.084 f 923.859 10 705.695 10 Niet binnen het Hoofdsom met: inbegrip der navorderingen en j verhoogingen. f 2.076.532 2.195.831 2.180.317 1.934.449 n 1.472.040 3) 20 Van 1931/32 af hebben 18 maanden na den aanvang van het belastingjaar. Niet binnen het Ryk wonende of gevestigde belastingplichtigen, i) Natuurlyke per-onen binnen het Rijk wonende. Hoofdsom zonder navorde ringen of verhoogingen. 2) Van 1931/32 af hebben de cijfers betrekking op het boekingstijdvak, dat afgesloten wordt 18 maanden na( aanvang van het belastingjaar. 3) Deze oocenten worden ereheven inerevolee de Wet van 15 Juli 1929 (Stbl. n". 388) on de aanslagen van bin! 1) Van 1 Mei 1928 af is de heffing der Vermogensbelasting uitgebreid tot niet binnen het Rijk wonende of gevestigde belastingplichtigen. 2) Met inbegrip van het vermogen in vruchtgebruik. 3) 1931/32 en 1932/33 volgens opgaven van het Centraal Bureau voor de Statistiek. 5 f 1.026.729 1.077.629 1.070.563 uv 949.179 50 719.251 f 4.2^ 4.sa 4.492 5.06Ï 3.S4-) 1928/29 1929/30 1930/31 1931/32 4) 1932/33 1) Voor de Provincie. 2) 20 opcenten ten behoeve van het Leeningfonds 1914 en 2 voor de Provincie, «n ft n 10 de cijfers betrekking op het boekingstijdvak, dat afgesloten f 23.063 39.983 39.192 35.907 33.989 Niet binnen het Rijk I wonende of gevestigde belas ting- I plichtigen. i) f 1.142.089 1.207.706] 1.199.174 1.063.947 50 809.621 50

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1934 | | pagina 137