17
met betrekking
tot het Gemeen-
tepersoneel.
J. Plückel; Onderwijs (O.) Dr. C. van den Berg; Openbare Werken
(O. W.) Mr. W. F. K. Cost Budde; Stadsuitbreiding en Bouw
toezicht (S. en B.) Mr. M. van der Feen; Statistisch Bureau (S. B.)
Mr. P. Loosjes; Sociale Zaken (S. Z.) J. van Wijk.
Het personeel der Politie was op 31 December 1934 (3 gede- Personeel der
tacheerden inbegrepen) aldus samengesteld: Politie.
a. actieve politiedienst: 1 hoofdcommissaris 1), 3 commissaris
sen, 10 hoofdinspecteurs (w.o. 1 titulair), 28 inspecteurs le klasse,
25 inspecteurs 2e klasse, 3 adspirant-inspecteurs, 7 ambtenaren
toekomstig inspecteur van politie, 64 brigadiers, 1152 agenten
(waaronder 1 vrouwelijke) en 9 adspirant-agenten;
b. administratieve politiedienst: 1 hoofdcommies, 3 commie
zen, 2 bureauchefs A, 11 administratieve ambtenaren B, 1 admi
nistratief ambtenaar A en 14 ambtenaren;
c. parkbewakingsdienst: 1 chef-parkbewaker en 6 parkbewa-
kers;
d. telefoondienst: 14 telefonisten.
De Justitieele Politiedienst werd uitgeoefend door 4 hoofd
inspecteurs, 24 inspecteurs, 5 brigadiers en 120 agenten (w.o. 2
belast met transporten).
Onder den hoofdcommissaris waren op 31 December bij de
afdeeling Brandweer werkzaam: 3 inspecteurs, 24 brigadiers en
44 agenten.
De Commissie van Advies, welke tot taak heeft den Burge
meester en den hoofdcommissaris van Politie voor te lichten en
raad te geven bij het doen van voordrachten of het nemen van
besluiten tot het opleggen van straffen van eenig belang ten
aanzien van dienaren van politie, behandelde 2 zaken, waarbij
betrokken waren 2 agenten.
Voor bijzondere plichtsbetrachting enz. werden aan personeel
der Politie belooningen toegekend tot een bedrag van f 4.177,56.
De volgende besluiten werden door den Raad ten aanzien Raadsbesluiten
van het Gemeentepersoneel genomen:
aanvulling van de personeelsreglementen met bepalingen ten
aanzien van het dragen van onderscheidingsteekenen, het uit
steken van vlaggen uit ambts- of dienstwoningen, het gebruiken
van ruwe of onzedelijke taal, het maatschappelijk gedrag en het
ontslag wegens revolutionnaire gezindheid (8 Januari);
verzoek aan H.M. de Koningin, op de bezoldiging van den
hoofdcommissaris en de commissarissen van Politie een gelijke
korting toe te passen als waartoe bij Raadsbesluit van 22 De
cember 1933 werd besloten ten aanzien van het Gemeenteper
soneel (8 Januari);
1) 1 Januari 1935 eervol ontslagen.