15
4
III. TERREINEN.
De terreinoppervlakte van het bedrijf, welke op 31 December
1933 bedroeg 7.46.49 ha, werd in den loop van het jaar uitgebreid
met 5.000 m2 in het Zuiderpark voor een schaftlokaal met berg
plaats en voor opslagruimte en met 393 m2 aan de Mient voor
een schaftlokaal met bergplaats. Hierdoor werd de totale opper
vlakte van het bedrijfsterrein 8.00.42 ha.
Het in 1927 van de Gemeente in huur verkregen terrein in
den Segbroekpolder, nabij „de Wildhoef” (ter vervanging van
de kweekerij achter de Laan van Eik en Duinen) groot 2 ha,
bleef ook gedurende het verslagjaar in gebruik.
IV. GEBOUWEN EN INRICHTINGEN.
Het gewone dagelijksehe onderhoud werd weder voor zooveel
mogelijk in eigen beheer gedaan, terwijl de werkzaamheden van
meer bouwtechnischen aard door het bedrijf der Gemeente
werken werden uitgevoerd.
In den loop van het jaar werd een buiten gebruik gesteld
schoolpaviljoen ingericht tot schaftlokaal met bergplaats ten
behoeve van het Zuiderpark. Evenzoo werd een buiten gebruik
gestelde directiekeet der Gemeentewerken ten behoeve van de
Plantsoenen ingerieht voor schaftlokaal met bergplaats op de
Mient en omgeving, waardoor het gebruik van een voor dat doel
gehuurde garage in de Meidoornstraat kon worden beëindigd,
lien in het parkgedeelte van Duinzicht aanwezige oude schaaps
kooi werd met een financieele bijdrage van de Mij. „Duinzicht”
in bruikbaren staat gebracht voor schaft- en bergplaats in dat
stadsgedeelte.
Ten slotte werd nog een drietal oude verhuiswagens aange
schaft, welke hoofdzakelijk bestemd werden voor schaft- en
bergplaatsen, ten behoeve van de werkgelegenheid voor steun-
trekkenden.
V. WERKTUIGEN, GEREEDSCHAPPEN ENZ.
Het onderhoud der werktuigen en gereedschappen geschiedde,
evenals vorige jaren, in eigen beheer, terwijl het nieuwe mate
riaal voor het grootste gedeelte van verschillende leveranciers
werd betrokken.
Het aantal motorgrasmaaimachines werd in 1934 met 2 exem
plaren uitgebreid. Verdere aanschaffing van bijzondere werk
tuigen vond niet plaats.
Aan het einde van het verslagjaar waren in gebruik 13 mo
torgrasmaaimachines, terwijl het aantal motorsproeipompen
8 stuks bleef.
VERSLAG GEMEENTEPLANTSOENEN.