6 16 ambtsperiode als Directeur van het bedrijf, wegens het bereiken van den pensioengerechtigden leeftijd met ingang van 1 De cember eervol ontslag uit zijn functie werd verleend. Bij zijn afscheid heeft de heer de Groot zoowel van officieele als van collegiale en personeelszijde op ondubbelzinnige wijze mogen ervaren, hoe zeer zijn verdiensten op reinigingsgebied allerwegen werden erkend. De officieele erkenning vond haar bekroning in zijn benoeming tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. Ingevolge de beslissing van Burgemeester en Wethouders op een voorstel dienaangaande van de directeuren van den Genees kundigen en Gezondheidsdienst en den Reinigingsdienst, werden met ingang van 1 Januari 1934 de chauffeurs en al het auto- materieel van eerstgenoemden naar laatstgenoemden dienst overgebracht. Deze maatregel werd genomen in het belang van een doeltreffende technische en commercieele verzorging van het automaterieel. In zijn vergadering van 18 Juni 1934 besloot de Gemeenteraad overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de Uitvoeringsverordening en het Tarief. Door deze herziening werd de redactie van de Uitvoeringsverordening meer met de practijk in overeenstemming gebracht en werden de in het Tarief genoemde vergoedingen zoo nauwkeurig moge lijk aan de bestaande lagere kostprijzen aangepast. De verwach ting, dat door deze verlaging van het tarief het den laatsten tijd teruggeloopen aantal abonnementen weer zou toenemen, is tot heden niet verwezenlijkt. In 1934 werd de reiniging van het zg. „Stille Strand”, loopende van het afvoerkanaal tot voorbij Kijkduin, alsook het schoonhouden der voor bebouwing bestemde terreinen aan de buitenkanten der stad, voor het eerst in werkverschaffing uit gevoerd. Het was niet doenlijk hiervoor personeel aan te nemen, zoodat het hier geen vervanging van andere werkkrachten betrof. Niettegenstaande de stad zich regelmatig bleef uitbreiden, zoowel naar inwonertal als straatoppervlak, was het totaal aantal arbeidsdagen over 1934 niet belangrijk hooger dan over 1933. Dit resultaat is uitsluitend bereikt kunnen worden door den dienst dagelijks met een zoo krap mogelijke bezetting te doen uitvoeren. Daarbij is gezorgd, dat aan de bediening der burgerij niet te kort werd gedaan en aan de reinheid der straten niet in belangrijke mate werd getornd. Voor sneeuwruiming behoefden in het afgeloopen jaar geen werklieden te werk gesteld te worden, terwijl de bemoeiingen VERSLAG GEMEENTELIJKE REINIGINGSDIENST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1934 | | pagina 298