16 20 omschreven versobering bij de uitvoering van de straatreiniging. De mindere uitgaven op artikel III ad f 1.985,moeten in hoofdzaak worden toegeschreven aan de reeds hierboven ver melde sterke vermindering van het aantal geplaatste privaat- tonnen bij bouwwerken. Op artikel IV is f 7.500,minder ten laste gebracht voor exploitatiekosten der landinrichting, doch f 5.750,meer voor den afvoer van afvalstoffen, waarvoor dit artikel een overschot van f 1.750,aanwijst. Bijna uitsluitend als gevolg van de toepassing van andere materialen bij de rattenbestrijding is onder artikel V f 3.140, minder verantwoord. Zooals reeds bij de toelichting der baten is medegedeeld, bleef de uitleening van personeel aan den Geneeskundigen en Gezond heidsdienst beneden de verwachting. In hoofdzaak hierdoor werd op artikel VI rond f 4.125,minder uitgegeven. Door bevordering van een werkman tot ambtenaar en door inkrimping van het aantal werklieden bleven de op artikel VII verantwoorde uitgaven met f 3.925,beneden de raming. Artikel VIII, dat in totaal f 23.970,minder vorderde, werd o.a. minder belast voor benzineverbruik met f 10.390,— en voor bandenverbruik met f 12.740,—. Eensdeels zijn deze mindere uit gaven een gevolg van minder verbruik in verband met het streven naar bezuiniging, anderdeels hebben ook lagere prijzen hiertoe bijgedragen. Door inkrimping van het personeel van de werkplaats werd, zooals in de „Algemeene Beschouwingen” reeds medegedeeld is, minder ten koste gelegd aan onderhoudswerken. Hierdoor is op artikel IX een aanzienlijk overschot groot f 35.040,ontstaan, waarin de onderdeelen d. en k. een belangrijk aandeel hebben. Op artikel X werd in totaal f 27.360,minder uitgegeven. Onderdeel e. vorderde f 18.200,minder, doordat het ziektecijfer van het personeel over het afgeloopen jaar lager is geweest dan aanvankelijk is aangenomen. Door reorganisatie werd voor schoonhouden op onderdeel g. bijna f 3.000,minder verant woord, terwijl in hoofdzaak door prijsverlaging de kosten van dienstkleeding, onderdeel r., f 3.125,beneden de raming bleven. Wegens vaste aanstelling van een aantal losse werklieden werd in 1934 een aanzienlijk bedrag aan reeds betaalde rentezegels gerestitueerd. Hierdoor leverde onderdeel w. een creditsaldo op, waardoor op dit sub-artikel een overschot is ontstaan van rond f 6.170,—. De uitgaven op onderdeel d. „verlofgelden” overschreden de raming met f 3.490,wegens toekenning van extra verloven in VERSLAG GEMEENTELIJKE REINIGINGSDIENST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1934 | | pagina 312