19
3
aanvang
ruw-
hoe rust en orde onder de bewoners, vooral sedert den r
der werkverschaffing in 1928, geleidelijk zijn toegenomen;
heid en baldadigheid zijn verdwenen.
Voor zoover nagegaan kan worden, geeft de bewoning door
uit de Stichting naar andere woningen vertrokken gezinnen
geen aanleiding meer tot de bezwaren, waartoe zij vóór het ver
blijf in de Stichting aanleiding gaf.
De belangstelling voor het werk der Stichting, zoowel in
Nederland als in het buitenland, was ook dit jaar zeer groot.
Vooral uit de talrijke bezoeken van buitenlandsehe autoriteiten
en zich op het terrein van maatschappelijk werk bewegende
vreemdelingen, bleek hoe het oog gevestigd is op de wijze, waar
op de Stichting Contrólewoningen het probleem der opvoeding
van uit volkshuisvestings-oogpunt moeilijke gezinnen en den
daaruit voortvloeienden strijd tegen het pauperisme in steeds
scherper omlijnden vorm heeft aangevat.
Konden wij het vorige jaar constateeren, dat ten opzichte Gedrag der be-
van de volwassenen, dank zij de in den loop der jaren tot een w oners,
hecht geheel gegroeide, doelbewust samenwerkende opvoedkun
dige beginselen, waaronder de werkverschaffing de hoofdrol
speelt, de Contrólewoningen aan hun doel beantwoorden in
het verslagjaar is de bemoeiing der werkverschaffing uitgebreid
tot de jeugd in de verwachting, dat hiervan voor heden en toe
komst groote kracht zal uitgaan. Het gedrag der bewoners liet
weinig te wensehen over; ordeverstoringen kwamen niet voor.
Wij zien bevestigd, dat onder invloed van betere materieele en
moreele omstandigheden het sterk gegroeide vermogen tot zelf-
beheersching en zelftucht de wezenlijke grond van deze maat
schappelijke verbetering is.
Zoowel de bijdrage-schuld op 31 December 1934 als het bedrag Innins der
der oninbaar verklaarde bijdragen vertoonen wederom een bijdragen,
hooger cijfer dan op 31 December 1933.
De gezinnen, waarvan de kostwinner werk vond in den Hulp
dienst of Stichting „Nazorg”, gaven natuurlijk geen moeilijk-
VERSLAG VAN DE STICHTING CONTRÓLEWONINGEN.
f 46.73
93,76
212,74
190,66
1923 nadeelig saldo f 310,60 (Expl. sedert 16 Mei 1923.)
1924 720,29
1925 1.339,41
1926 315,24
1927 227,19
1928 117,01
1929 87,47
1930 160,65
1931 voordeelig
1932
1933
1934