26 16 geleken met 1932 is er echter een teruggang in ontvangsten te constateeren van f 28.405,42 of 15,7 De exploitatie-uitgaven bedroegen incl. de huur der bussen f 168.630,03 tegen f 158.948,43 in 1933 en f 186.174,25 in 1932, een stijging dus met f 9.681,60 of 6,1 tegenover 1933 en een daling met f 17.544,22 of 9,4 tegenover 1932. Het nadeelig saldo bedraagt f 18.492,02 tegen f 15.024,48 in het vorige jaar. Het aantal afgelegde buskilometers bedroeg in 1934 814.314 b km, in 1933 bedroeg dit 754.504 b km en in 1932 830.831 b km. De exploitatiekosten zijn in sterke mate verzwaard geworden door de weigering van Gedeputeerde Staten om ons verzoek tot goedkeuring van de winterdienstregeling 1933/34 in behandeling te nemen. Dientengevolge moest de zomerdienstregeling ook des winters gereden worden en was het ons onmogelijk gemaakt in de periode OctoberMei de gebruikelijke beperkingen van het aantal ritten ten uitvoer te brengen. Een en ander heeft tenge volge gehad, dat in 1934 rond 104.000 bus km meer afgelegd moesten worden dan de vervoersbehoefte vereischte. De exploi tatiekosten zijn dientengevolge ruim f 18.700 hooger geworden dan bij een normalen gang van zaken noodzakelijk geweest zou zijn. Indien de winterdienstregeling normaal ingevoerd had kun nen worden zou het jaar 1934 zonder verlies zijn afgesloten. Het College van Gedeputeerde Staten handhaafde voorts het reeds in 1933 ingenomen standpunt, dat de vroegere gelijkheid van de tarieven onzer bussen met die der Spoorwegen, welke tengevolge van de in 1933 ingevoerde verlaging der spoorweg tarieven verstoord was geworden, niet door ons hersteld mocht worden door een gelijke verlaging op onze C. A.B.Z. H. A.M. tarieven toe te passen. Verder gaven Gedeputeerde Staten ons te verstaan, dat iedere verbetering van onzen busdienst, zooals verkorting der rijtijden, door dat College zou worden afgewezen, omdat zulks tengevolge zou hebben, dat ons doorgaand vervoer tusschen Den Haag en Rotterdam en daardoor de concurrentie, die de C. A. B.Z. H. A. M. de Spoorwegen aandeed, vergroot zou worden. Wij hebben ons genoodzaakt gezien ons in deze naar de wen- schen van Gedeputeerde Staten te voegen en het doorgaand vervoer van de C.A.B.—Z.H.A.M. op te offeren door de volgende vergunningswijzigingen aan te vragen, die ons zijn verleend en die met ingang van 1 Januari 1935 van kracht zijn geworden. De Z.H.A.M.-vergunning den Haag(ScheveningenRotter- dam(Waalhaven) is omgezet in een vergunning den HaaglHof- weg)— Rotterdam (Waalhaven) met zoodanige vervoersbeper- kingen dat deze vergunning voortaan uitsluitend gebezigd kan worden voor het vervoer van luchtreizigers en andere vliegveld- bezoekers.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1934 | | pagina 526