versi.au gem. dienst van maven- en marktwezen.
27
5
795 reizen
4
5
6
7
8
9
10
11
13
2 reizen.
8
35
108
189
192
135
80
33
13
kustvaartuigen uit andere plaatsen, voornamelijk uit Urk, hier
hun visch aanbrachten. De eenige in de haven liggende Scheve-
ningsche zeilschokker heeft in 1934 niet gevischt.
Evenals in 1933 waren de besommingen van de motorschok-
kers gedurende het verslagjaar gering. Als gevolg van beperk
ten uitvoer van versche visch waren de prijzen ook in 1934
gedrukt.
In verband met de omstandigheid, dat ook voor dit jaar een Haringvisscherij.
beperking van de haringvisscherij noodig was, werd door den
Minister van Economische Zaken o.m. bepaald, dat de aanvoer
in Nederland van pekel- en steurharing slechts werd toege
staan aan aangeslotenen bij de Nederlandsche Visscherijcentrale
afd. Haringdrijfnetvisscherij, gevestigd te ’s-Gravenhage, met
in eigendom toebehoorende aan of ter beschikking van deze
aangeslotenen staande schepen.
Voorts werd o.m. vastgesteld, dat op 11 Mei !4 deel, op 5 Juni
de helft en op 26 Juni deel der vloot mocht uitvaren, terwijl
na 10 Juli zulks met de geheele vloot mocht geschieden.
Ten einde den aanvoer van haring nog meer te beperken,
bepaalde genoemde bewindsman tevens, dat de aanvoer van
pekel- en steurharing in Nederland na 10 November 1934 ver
boden werd.
Van de 120 Scheveningsche vaartuigen hebben 106 motor
loggers gedurende korteren of langeren tijd aan de haringvis
scherij deelgenomen. Deze vaartuigen maakten 795 reizen, waar
van 692 op deze haven, 39 op Vlaardingen en 64 op IJmuiden.
In 1933 deden 103 motorloggers 732 reizen.
De eerste vaartuigen uit Scheveningen vertrokken den llden
Mei ter haringvisscherij.
De Gdynia-motorloggers maakten 82 reizen, alle op de Sche
veningsche haven.
Het aantal reizen door Scheveningsche motorloggers werd
gemaakt als volgt:
door
1 motorlogger(s) 2 reizen
2
7
18
27
24
15
8
3
1
door 106 motorloggers
gemiddeld per motorlogger tusschen 7 en 8 reizen.
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99