27
10
Scheepvaart.
Beurtvaart.
Laakhaven.
Stremmingen,
Scheepvaart-
beweging.
Raad van Afslag
te Schevenin-
gen.
De Directeur van den Vischafslag verstrekte den hierbij als
bijlage B gevoegden staat van aangebrachte en verkochte visch.
Bij Raadsbesluit van 17 December 1934 werd het Reglement
op de samenstelling en werkwijze van den Raad van Afslag te
Scheveningen gewijzigd, waarbij o.a. werd bepaald, dat als elfde
stemgerechtigd lid van dien Raad benoemd wordt een vertegen
woordiger van de aanvoerders van de zgn. consignatievisch.
Gedurende het jaar 1934 hield de Raad van Afslag 5 ver
gaderingen.
Het in zijne vergadering van 10 October 1934 vastgestelde
„Reglement voor den verkoop van versche visch en het gebruik
van het afslaggebouw aan de Dr.-Lelykade te Scheveningen” is
door Burgemeester en Wethouders den 8en November 1934 voor-
loopig goedgekeurd.
Ill. BINNENHAVENS EN VAARTEN.
De scheepvaart was gedurende het verslagjaar ongunstig. In
het geheel kwamen langs het havenkantoor aan de Laakhaven
binnen 17.339 vaartuigen, waarvoor het havengeld per reis werd
betaald, met een laadvermogen van 1.555.136 ton !(van 1000 kg)
tegen 23.471 vaartuigen met een laadvermogen van 2.079.569 ton
in 1933.
De aanvoer van zand was gedurende het afgeloopen jaar niet
belangrijk. Het aantal daarvoor gebezigde vaartuigen bedroeg
1.198 met een laadvermogen van 247.613 ton. Deze cijfers waren
in 1933 onderscheidenlijk 1.440 en 649.418.
De beurtvaart is in het verslagjaar minder gunstig geweest.
Deze tak van nijverheid heeft veel te lijden van het toenemend
autoverkeer.
Het aantal woonschepen in de Laakhaven beweegt zich in
een stijgende lijn; aan het eind van het verslagjaar waren 27
van deze vaartuigen aanwezig tegen 24 en 22 onderscheidenlijk
op ultimo December 1933 en 1932.
Ook dit jaar vonden eenige stremmingen plaats, hoofdzake
lijk als gevolg van lage waterstanden.
Ook zonken op enkele plaatsen in de vaarwaters der Ge
meente vaartuigen. Zij werden echter alle tijdig gelicht.
Langs het havenkantoor aan de Laakhaven en dat aan de
Leugenbrug passeerden gedurende het verslagjaar in totaal
19.211 vaartuigen, waarvoor het havengeld per reis werd be
taald, tegen 25.493 vaartuigen in 1933.
VERSLAG GEM. DIENST VAN HAVEN- EN MARKTWEZEN.