31 5 De Directeur, G. J. T. BAKKER. ning van de Openbare Verlichting op de politiealarmcellen. Op 31 December 1934 werden van 24 alarmcellen uit 7536 lampen in- en uitgeschakeld. Het in- en uitschakelen van de overige lampen geschiedt als volgt: door middel van 38 schakelklokken 1096 lampen, groepsgewijze door handsehakelaars van 121 punten uit5719 Voorts zijn nog 5032 lantaarns afzonderlijk door middel van een schakelklokje ontstoken. Het aantal gaslantaarns bedroeg 44 stuks. Het aantal lichtpunten vermeerderde met 670 stuks; op 31 December bedroeg het totale aantal 16414 stuks. Het aantal branduren van de nachtlampen bedroeg 4133, dat van de avondlampen 2070. Bij de Openbare Verlichting waren voorts in onderhoud 10 vol-automatische scinapparaten, 1 apparaat met handbediening en 8 stoplichten. In het begin van het jaar werd besloten een proef te nemen met zg. gasontladingslampen. Op het gedeelte van de Laan van Meerdervoort tusschen Pioenweg en Kijkduinschestraat werden 52 stuks 100-Watt Natriumlampen aangebracht, waarvan gedu rende de zomermaanden 27 stuks van zonsondergang tot zons opgang en 25 stuks van zonsondergang tot middernacht in bedrijf waren. Gedurende de wintermaanden brandden uitslui tend de 27 eerstgenoemde lampen. Op den Scheveningscheweg werden 20 stuks 275-Watt-kwik- damplampen aangebracht. Bovendien werden op het Buitenhof, de Gravenstraat, den Hofweg en het Valkenboschplein in totaal 14 stuks kwikdamplampen aangebracht. Op grond van de goede ervaringen met de kwikdamplampen opgedaan, werden bij de verbetering van de verlichting langs den Rijswijkscheweg tusschen Laakbrug en Broeksloot 62 kwik damplampen 275-Watt toegepast. VERSLAG VAN HET GEM. ELECTRISCH BEDRIJF.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1934 | | pagina 647