34
5
III. DE TOESTAND VAN EN DE GEBEURTENISSEN OP
DE ARBEIDSMARKT IN DE GEMEENTE.
tot verbetering
van de werk
zaamheden der
Arbeidsbeurs
(propaganda
enz.).
De Gemeente is voor de Arbeidsbeurs lid van de Vereeniging
van Nederlandsche Arbeidsbeurzen, de Haagsche Vereeniging
ter behartiging der belangen van onvolwaardigen en de Neder
landsche Vereeniging tot bevordering van den arbeid door on-
volwaardige arbeidskrachten.
De schriftelijke propaganda door de vakkundige commissie 3. Bemoeiingen
voor de bemiddeling in „Bouwbedrijf en Houtbewerking” onder
de patroons in het bouwbedrijf, de houtbewerkingsindustrie en
andere bedrijven werd in 1934 voortgezet.
In den loop van het jaar werden de noodige advertenties ge
plaatst, voornamelijk in de plaatselijke bladen, om de Arbeids
beurs meer bekendheid te geven, vooral onder de huisvrouwen
en het huispersoneel.
De gegevens van de organen der openbare arbeidsbemidde-1. Werkloosheid,
ling vormen, nu door allerlei omstandigheden het overgroote
deel der werklooze arbeidskrachten bij die organen staat inge
schreven, een vrij betrouwbare basis bij de beoordeeling van den
algemeenen stand der arbeidsmarkt. De cijfers in de verslagen
der arbeidsbeurzen vermeld, hebben daardoor in de laatste jaren
ongetwijfeld aan beteekenis gewonnen, al kan niet worden ont
kend, dat een gedeelte der ingeschrevenen zich uit steun-over-
wegingen aanmeldt.
In 1933 waren eenige symptomen aan te wijzen, welke aan
duidden, dat althans in enkele kleine onderdeelen van het be
drijfsleven eenige opleving was; in 1934 bleven deze achterwege
of zetten niet door. Reeds een oppervlakkig bezien der hierna
volgende statistische gegevens leidt tot de conclusie, dat in het
afgeloopen jaar de arbeidsmarkt, zij het ook in geringe mate,
aan een verdere inzinking niet is ontkomen. Sedert 1927 was in
1933 voor het eerst een teruggang in het totaal aantal aanbie
dingen van arbeidzoekenden aan te wijzen, in 1934 ging het
echter weder boven dat van 1932 (het topjaar) uit en steeg het
tot 84407. Er meldden zich 260 werkzoekenden meer aan dan
in 1932 en rond 3160 meer dan in 1933. In geen enkele maand van
1934 zonk het cijfer der werkloozen beneden dat der overeen
komstige maand van 1933. Liep het in het voorjaar en in den
zomer van 1933 met 6000 terug, in denzelfden tijd van 1934
bedroeg de teruggang slechts ruim 4000. De vermindering van
het werkloozencijfer bleef in 1933 aanhouden tot Augustus, in
1934 tot Juni. Over elk der maanden Augustus, September en
October viel een vermeerdering van 1100 ingeschrevenen te
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS.