34
23
1
19
8030
1
1
3
15
1
9
198
7
2
14
3
3
7
2
7
32
1
24
222
12
1
2
3
11
5529
2
3
7
5205
Totaal
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS.
BEROEPEN.
2
8570
5859
5452
Banderolleersters
Bleekersmeiden
Boekbindsters
Boekdruksters
Cartonnagewerksters
Mangelvrouwen
Meisjes waschinrichting
Merksters
Baksters
Plaksters
Reksters
Tabakbewerksters
Tabakstripsters
Wasch vrouwen
Werkvrouwen
Aan
biedingen.
4
38
1
25
431
5
Plaat
singen.
8
217
4
1
10
Aan
vragen.
Voldane
aanvragen.
i) Hiervan werden geplaatst door de afdeeling: Vrouwelijke Beroepen
5447, Bijzondere Bemiddeling: 3.
Vrouwelijke beroepen. In 1934 liep het plaatsingscijfer dezer
afdeeling op tot 8101, hetgeen een vermeerdering van 4 be
duidt in verhouding tot het cijfer van 1933, dat 7785 bedroeg. Het
aanbod van werkvrouwen bleef vrijwel gelijk (1933: 8119, 1934:
8030), dat der dagmeisjes en dienstboden steeg echter onder
scheidenlijk van 2770 tot 3136 en 677 tot 742. De aanvragen voor
dienstboden liepen iets terug, nl. van 1801 tot 1636, terwijl die om
dagmeisjes stegen van 4306 tot 4370. Uit de vorenstaande cijfers
blijkt echter, dat de vraag naar huispersoneel het aanbod nog
steeds verre overschrijdt, waarbij in het oog gehouden dient
te worden, dat niet al de aangeboden krachten de vereischte
geschiktheid voor de gevraagde betrekking bezitten, waardoor
in de praktijk het bruikbare aanbod aanzienlijk lager gesteld
moet worden. In de vermindering van het aantal aanvragen
om dienstboden en de vermeerdering van die om dagmeisjes
weerspiegelt zich de noodzaak tot bezuiniging ook op de uit
gaven voor huispersoneel. Dit valt in het bijzonder ook op bij
de aanvragen om werkvrouwen, welke met rond 600 vermin
derden.
Het dienstboden vraagstuk, dat gedurende de laatste jaren,
ook steeds in dit verslag, aan de orde kwam, trekt hoe langer
hoe meer de algemeene aandacht. In afwachting van de maat
regelen, welke thans worden overwogen om te komen tot een
systematische opleiding van jonge meisjes voor huishoudelijken
arbeid, kwamen in 1934 nog buitenlandsche krachten binnen. De
particuliere bemiddelingsbureaux met winstoogmerk zetten hun
werkzaamheid op dit gebied nog steeds voort.
STAAT XII.
Werkvrouwen en Fabriekspersoneel.
1
4
5203
5450')^