15 In Maart kwamen bij een groot deel van de kinderen, die voedsel van een centrale keuken voor kindervoeding gebruikten, gevallen van gastro-enteritis voor. Bij een drietal kinderen, op genomen in een ziekeninrichting, kon de paratyphus B bacil, type Gaertner, worden aangetoond. Zeer waarschijnlijk was de oorzaak te vinden in gehakt, bereid uit rund- en varkensvleesch, welk gehakt, in zeer groote ballen gebraden, voor een deel niet volkomen gaar was geworden. Er zijn maatregelen getroffen, om dergelijke gevallen te voorkomen. Stelselmatig worden alle aanvragen tot opname (isolatie) Roodvonk, van roodvonkpatiënten, door persoonlijk bezoek, onderzocht. Zeer vaak bleken reeds één of meer gezinsleden aan een niet herkende roodvonkinfektie te lijden (neus- of klierbesmetting), zoodat isolatie van de patiënt weinig effekt kon hebben. Jaren lange ervaring heeft ons geleerd, dat besmetting met roodvonk eigenlijk niet te vermijden is, dat stelselmatige isolatie een epidemie alleen ietwat langzamer kan doen verloopen, daar de besmetting toch wordt voortgezet door onherkenbare gevallen, welke vermoedelijk wel de meerderheid zullen zijn. In de tweede helft van het jaar kwamen nogal wat gevallen van Roode hond (Rubeolea) voor en tamelijk veel van Erythema infectiosum. Deze intercurrentie had nu en dan verwarring met roodvonk ten gevolge. Wij zouden dan ook niet durven vol houden, dat al de aangegeven gevallen van roodvonk werkelijk roodvonk zijn. Daar het roodvonk in het algemeen zeer goedaardig verliep, werd de noodzaak zich door immunisatie tegen de gevaren dezer ziekte zoo goed mogelijk te vrijwaren door de bevolking niet gevoeld en was het aantal inentingen tegen deze ziekte uiterst gering. Ook dit jaar was het aantal diphtheriegevallen weder kleiner Diphtheric, dan het vorige jaar en wel 242 tegen 319 in 1933. Er werd voort gegaan met het inenten op scholen, zooveel mogelijk wijks- gewijze. Een enkele maal hadden wij gelegenheid op een ouder avond het inenten tegen diphtherie nader toe te lichten. Inenting had plaats op 69 scholen, aan 1 kinderbewaarplaats en 2 wijkverplegingen, terwijl gedurende het geheele jaar wekelijks eenmaal gelegenheid tot inenting werd gegeven in het gebouw van den dienst. In totaal zijn vanwege den dienst met anatoxine behandeld 5512 kinderen, waarvan 4131 volledig (3 inspuitingen), 838 slechts met twee en 543 slechts met één inspuiting. Onder de laatste twee rubrieken zijn een betrekkelijk groot aantal VERSLAG VAN DEN GEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST. 3S

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1934 | | pagina 881