By lage 39 Gebouw. VERSLAG van de Gemecnteapotheek van ’s-Gravenhage over het jaar 1934. ding en ver bruik van de genees- en ver bandmiddelen. Behalve de directeur waren op 31 December werkzaam een Personeel, eerstaanwezend assistent, tien assistenten, zeven bedienden en vier jongmaatjes. Gedurende het verslagjaar moesten door de groote drukte en door ziekte eenige malen tijdelijke krachten worden aangesteld. Aan het gebouw7 had het gewone onderhoud plaats. De plannen voor een betere huisvesting van den dienst kwamen in een vergevorderd stadium van voorbereiding. Meermalen moesten geneeskundigen herinnerd worden aan Verordening, de bepalingen van art. 7 der verordening betreffende het niet verstrekken van specialités en geheimmiddelen door de Ge- meenteapotheek; door het geven van inlichtingen omtrent samenstelling en bereiding konden gewoonlijk bezwaren tegen deze niet-verstrekking worden opgeheven. Zooals gebruikelijk werden de belangrijkste genees- en Inkoop, berei- verbandmiddelen, benevens de verdere benoodigdheden, na inschrijving aangekocht, waarbij als regel aanzienlijk lagere prijzen dan die van den groothandel werden bedongen; een uitzondering hierop werd gevormd door een rubriek van speeiaal-praeparaten, waarvoor de fabrikanten prijzen hebben vastgesteld en die daarom door grossiers niet beneden een bepaalden minimumprijs •worden afgeleverd. De inkoop van genees- en verbandmiddelen geschiedde al naar hun aard wederom óf op bepaald omschreven zuiverheids- eischen öf op monster. Dank zij de groote medewerking van de geneeskundigen kon de vervanging van dure buitenlandsche speeiaal-praeparaten door zelfbereide of binnenlandsche producten aanzienlijk worden uitgebreid; zonder eenige schade voor de therapie kon hierdoor wederom belangrijk worden bezuinigd. De receptuur voor de Gemeenteziekenhuizen verminderde door de opheffing van het Ziekenhuis Slijkeinde; van de particuliere ziekenhuizen steeg die voor het Kinderziekenhuis en vermin-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1934 | | pagina 897