By lage 40 1. 2. 3. VERSLAG van de Werkloosheidsverzekering en de bijzondere maatregelen in zake werkloozenzorg te 's-Gravenhage over het jaar 1934. Aan het eind van het jaar 1933 vielen onder de regeling, neer- Stand der ver- gelegd in het Werkloosheidsbesluit 1917, 78 werkloozenkassen zekering, met te ’s-Gravenhage gevestigde leden. Met ingang van 1 Januari 1934 werden tot deze regeling nog toegelaten een drietal organisaties, nl.: de Nederlandsche Roomsch-Katholieke Bond van Kappers bedienden „St. Cosmas”; de Bond van Notarisklerken in Nederland; de Bond van Procureurs- en Deurwaardersklerken en Candidaat-Deurwaarders. Het totaal aantal der hierbedoelde vereenigingen bedroeg derhalve op 29 December 1934: 81 met 28 282 te ’s-Gravenhage gevestigde, tegen werkloosheid verzekerde leden. De namen der vereenigingen met de aantallen te ’s-Graven hage gevestigde, tegen werkloosheid verzekerde leden zijn in den staat op bladz. 9, 10 en 11 van dit verslag vermeld. De subsidiën voor de werkloozenkassen, welke krachtens het Percentage der Werkloosheidsbesluit 1917 door Rijk en Gemeente, ieder voor de subsidiën. helft, worden toegekend, werden over het jaar 1934 evenals over het voorafgaande jaar voor een groot aantal kassen bepaald op meer dan 100 der door de leden dier kassen opgebrachte contributiën. In tegenstelling met 1933 diende in 1934 voor alle kassen de verhooging der subsidiepercentages uitsluitend om uitkeering over den reglementairen termijn mogelijk te maken. Om met een subsidie van 200 te kunnen volstaan werd o.a. bij onderscheidene kassen voor nieuwe leden ten aanzien van het recht op uitkeering de eisch gesteld van een bepaald aantal weken werken na den aanvang van het lidmaatschap. Boven dien werd in navolging van 1933 nog voor enkele kassen de ter mijn na welken nieuwe leden recht op uitkeering kunnen doen gelden van 26 op 52 weken gebracht. Voorts werd bij een aantal

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1934 | | pagina 904