40
5
Bij het afdrukken van dit verslag was een definitieve sub
sidietoekenning van Rijkswege nog niet gevolgd. De steun
bedragen, waarin door het Rijk voor een gedeelte bijgedragen
werd, bedroegen voor de georganiseerden f 2.362.744,62 en voor
de ongeorganiseerden f 1.456.329,77.
In zijn vergadering van 29 Januari 1934 stelde de Raad
overeenkomstig hetgeen in 1932 en 1933 had gegolden een
bedrag beschikbaar voor verschaffing in 1934 van kleeding,
schoeisel, beddegoed e. d. aan gezinnen van in ondersteuning
opgenomen werkloozen; dit geschiedde met de bedoeling dat het
Nationaal Crisis-Comité, daartoe in staat gesteld door een Rijks-
bijdrage, voor hetzelfde doel een gelijk bedrag beschikbaar zou
stellen. In totaal werd op deze wijze een bedrag van f 78.460,20
beschikbaar gesteld, berekend naar f 4,20 per werklooze, waarbij
ter bepaling van het aantal werkloozen aangenomen werd het
gemiddelde cijfer van de over de eerste 10 maanden van 1933 bij
de Gemeentelijke Arbeidsbeurs als werkzoekenden ingeschreven
geheel en gedeeltelijk werkloozen.
In 1934 werd voortgegaan met de distributie van door de
Crisis-Zuivel-Centrale beschikbaar gestelde onvermengde mar
garine tegen betaling van 11 cent per 'Z> pond. Hiervoor kwamen
in aanmerking gezinnen met 4 of meer kinderen, voor zoover zij
gedurende 3 maanden of langer in ondersteuning waren opge
nomen. Voor elk gezinslid werd ten hoogste 14 pond margarine
per week verkrijgbaar gesteld bij den Gemeentelijken Dienst
voor Maatschappelijk Hulpbetoon.
In 1934 stelde de Crisis-Rundvee-Centrale als sedert 4 De
cember 1933 voor armlastigen en steuntrekkenden gekookt rund-
vleesch in blik beschikbaar. Als van den aanvang af had de
verkoop plaats door slagers op door Maatschappelijk Hulpbetoon
beschikbaar gestelde bons, waarbij de per gezin verstrekte hoe
veelheid verband hield met de gezinssterkte. In den loop van
1934 werd de beschikbaarstelling uitgebreid tot personen, die
uitkeering van werkloozenkassen ontvingen, tot personen met
lage inkomens, tot instellingen van weldadigheid en tot land
arbeiders.
Voor de door de organisaties te voeren administratie van den
door de Gemeente aan haar leden toegekenden werkloozensteun
werd ook in 1934 een vergoeding toegekend. Deze vergoeding
bedroeg wekelijks f 0,07 voor eiken gesteunde boven een zeker
aantal, welk aantal wordt berekend door het gemiddelde aantal
ondersteunden der vakvereeniging per week over het jaar 1930
met 25 pCt. te vermeerderen, tot een maximum van f 2.500,—
per vakvereeniging per jaar. De regeling gold ook voor de Lan-
VERSLAG WERKLOOSHEIDSVERZEKERING ENZ.