41 32 B. GEMEENTELIJK VOORBEREIDEND ONDERWIJS. Scholen voor voorbereidend onderwijs. voorgesteld in het rapport van de Commissie van advies in zake het beheer enz. der sehoolkindervoeding. Het aantal tot de voe ding toegelaten kinderen bedroeg 10 835 (10 655). Het verzuim liedroeg ongeveer 10 zoodat 90 van dit aantal kinderen aan de voeding deelnam. Gedurende 1934 werden geen scholen geopend of gesplitst. Ingaande 1 Juli 1934 werden de school aan de Delagoastraat 34 (school A) en de in het schoolgebouw aan de Penninglaan te Rijswijk (Z.-H.) gevestigde bewaarschoolklassen opgeheven. Het totaal aantal scholen bedroeg op 31 December 1934 29. In verband met de opheffing van de A-school aan de Delagoa straat 34 werd het hoofd der school, Mej. M. de Vries, op 1 Juli 1934 overgeplaatst naar de voorbereidende school aan de De- Gheynstraat 115. Overigens vonden geen benoemingen tot of ontslag als hoofd eener voorbereidende school plaats. Op 31 De cember 1934 waren in totaal bij het Gemeentelijk voorbereidend onderwijs werkzaam 29 hoofden, 118 onderwijzeressen en 49 kweekelingen. In verband met de reorganisatie van het voorbereidend onderwijs werden eervol ontslagen 12 onderwijzeressen en 39 kweekelingen. Dit vond zijn oorzaak in de omstandigheid, dat bij Raadsbesluit van 17 Januari 1934 werd bepaald, dat het hoofd der school moet worden bijgestaan door ten minste één onder wijzeres, zoodra het aantal leerlingen meer dan 42 bedraagt. Voor elk 42-tal leerlingen of gedeelte daarvan boven 84 wordt bovendien een onderwijzeres vereis ebt. Door deze opvoering van het aantal leerlingen tot 42 per klasse kwamen 12 onderwijze ressen op wachtgeld. Aan iedere voorbereidende school was voorheen het aantal kweekelingen gelijk aan het aantal klassen. Thans zijn aan de scholen verbonden 1, 2 of ten hoogste 3 kwee kelingen, naar gelang van de grootte der schoolbevolking. Hier door moesten 39 kweekelingen op wachtgeld gesteld worden. Deze reorganisatie trad in werking op 1 Juli 1934. In geval van afwezigheid van het vaste personeel worden deze wacht- geldsters opgeroepen tot het verrichten van tijdelijke diensten. Hiernaast volgt een overzicht van de aantallen leerlingen der voorbereidende scholen aan het begin en aan het einde van het verslagjaar. VERSLAG EAGER ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1934 | | pagina 947