BQlage 9 VERSLAG van den Directeur der Gemeentebelastingen over het jaar 1935. Evenals het vorige bevat dit verslag wederom een overzicht van de Inkomstenbelasting over drie jaren. Van de Plaatselijke Directe Belasting naar het inkomen, welke belasting met ingang van 1 Mei 1931 vervallen is en waarvoor van dien datum af de Gemeentefondsbelasting in de plaats trad met dien verstande, dat de Gemeente van de opbrengst dier belasting een jaarlijksche uitkeering ont vangt en op de hoofdsom opcenten heft, welk aantal over 1932/33: 6, over 1933/34: 45 en over 1934/35 65 bedroeg komen thans in dit verslag geen andere cijfers meer voor dan in het algemeen overzicht Inkomstenbelasting (staat III). Ten aanzien van de heffing der Gemeentefondsbelasting wordt verwezen naar de cijfers genoemd in onderdeel G, heffing van Rijksbelastingen te ’s-Gravenhage. In laatstbedoeld over zicht is opgenomen de opbrengst in de gemeente ’s-Gravenhage, de uitkeering welke deze gemeente hieruit ontvangt, alsmede het bedrag der geheven Gemeente-opcenten. Uit de cijfers betreffende bovengenoemde belastingen, op genomen in dit verslag, blijkt de toenemende daling der inko mens gedurende de laatste 3 jaren. Deze daling doet zich ook gevoelen bij de Vermakelijkheden belasting, waarvan de opbrengst in zekeren zin als de barometer van den welstand der bevolking kan worden beschouwd. Uit de vermindering der opbrengst met f 44.000,blijkt, dat deze barometer in 1935 niet onbedenkelijk terugliep. De opbrengst der Hondenbelasting, welke opbrengst ook ver band houdt met de grootte van de inkomens der houders van honden, blijkt in tegenstelling met die van de inkomstenbelas ting te zijn gestegen. Dit is het gevolg van de toeneming van het aantal honden. Ten slotte zij opgemerkt, dat de opbrengst van de Straatbe- lasting in 1934 en 1935 meer gestegen is dan in voorafgaande jaren, ten gevolge van de toeneming van het aantal belastbare perceelen en van de wijzigingen in de heffingsverordening op die belasting, waardoor de perceelen beneden f 200,belastbare opbrengst werden belast en de bevoorrechting van aangesla- genen, die de halve belasting betaalden, verviel.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1935 | | pagina 118