1
9
D.
3e.
Ie.
2e.
van nog te verleenen ontheffingen op reclames en wegens on
inbare posten.
Voorts geeft dit overzicht aan het aantal honden, dat niet
was aangegeven door de houders, welke honden door de ambte
naren en de politie zonder penning werden geconstateerd, terwijl
tevens is vermeld het aantal honden, dat werd opgevangen en
het aantal, dat in het asyl werd af gemaakt.
Straatbelasting en rechten op ingebruikneming Gemeente
grond of -water. (Zie staten VII en VIII.)
Staat VII is een vergelijkend overzicht van het aantal aan
geslagen perceelen, de opbrengst der kohieren en de zuivere
opbrengst na aftrek van ontheffing na reclame en de oninbare
posten, over de jaren 1923 tot en met 1935.
Het totaal der kohieren van de geheven belasting en rechten
steeg sedert 1923 met rond f 1.773.000.
Ten gevolge van de verhooging van het verhoudingscijfer
van 2 in vorige jaren tot 2,5 en een wijziging in de heffings-
verordening, waardoor alle perceelen in de belasting vallen,
bedroeg de toeneming over het laatste jaar rond f 358.000,
of 13,3
Het aantal aangeslagen perceelen steeg van 37.318 in 1923
tot 73.509, alzoo met 36.191 of circa 97 over het laatste jaar
was die vermeerdering 14.479 perceelen of 24,5
De zuivere opbrengst aan straatbelasting en rechten bedroeg
over 1923 onderscheidenlijk rond f 1.236.700,en f 37.900,en
over 1935 onderscheidenlijk rond f 2.959.000,en f 89.900,
Staat VIII geeft een beeld van de belastbare perceelen voor
de Straatbelasting, gerangschikt in 13 groepen naar de belast
bare opbrengst en het bedrag der belasting voor iedere groep
op 1 Januari 1935.
Uit dezen staat blijkt voor hoeveel perceelen groepsgewijs
verschuldigd is:
de normale belasting;
de belasting, verhoogd met 15 voor aan asphaltstraten
gelegen perceelen:
der belasting, wanneer slechts één der voorzieningen
(aanleg en onderhoud, verlichting, afvoer van water en vuil)
voor rekening der Gemeente komt.
De hoogere opbrengst en de vermeerdering van het aantal
perceelen is het gevolg van de wijziging der heffingsverorde-
ning, op grond waarvan voor het eerst de perceelen beneden
f 200,belastbare opbrengst belast werden en tevens verviel de
vóór 1935 in de verordening voorkomende bepaling, dat de be-
VERSLAG GEMEENTEBELASTINGEN.
