By lage 11
VERSLAG van den Keuringsdienst van waren voor
het gebied ’s-Gravenhage over het jaar 1935.
I. ALGEMEEN OVERZICHT BETREFFENDE DE
WIJZIGINGEN VAN DE WARENWET EN DE
BESLUITEN TER UITVOERING.
Voor den Keuringsdienst is 1935 een jaar van groote onrust Warenwets-
en emotie geweest. De Regeering diende op 26 April 1935 bij de wjjziging.
Tweede Kamer het „Bezuinigingsontwerp” in, waarin in 56
machtiging werd gevraagd de Warenwet geheel of gedeeltelijk
buiten werking te stellen. Of aanneming ervan tot geheele of
gedeeltelijke opheffing der Keuringsdiensten zou leiden, kon uit
de toelichting niet worden afgeleid. Van vele zijden rees tegen
dit voorstel krachtig verzet; na overleg met de Commissie van
Voorbereiding nam de Regeering de betrokken paragraaf uit
het Bezuinigingsontwerp terug.
Ten einde de noodig geoordeelde besparing van uitgaven op
de tenuitvoerlegging der Warenwet te verkrijgen werd nu op
6 Augustus 1935 het ontwerp van een nieuwe Warenwet inge
diend, dat de verplichting voor de gemeenten tot het inrichten
en in stand houden van Keuringsdiensten ophief.
Op 1 Mei 1935 nam ondergeteekende de leiding van den Keu- Personeel,
riugsdienst over uit handen van Dr. J. D. Filippo, die van de
oprichting in 1907 af dezen dienst op voortreffelijke wijze en met
groote toewijding had geleid.
In de sterkte van het personeel en de bezetting der rangen
kwam geen wijziging. De vier volontairs, die op 1 Januari 1935
in het laboratorium werkzaam waren, verwierven allen het
diploma van analyst, ingesteld door de Ned. Chemische Vereeni-
ging. Drie hunner verlieten den dienst in September; aan het
einde van het verslagjaar namen 4 volontairs, waarvan 2 gedi
plomeerde analysten, aan het onderzoek deel.
Een keurmeester was langdurig door ziekte afwezig; overi
gens was het verzuim wegens ziekte onbeduidend.
Het gebouw bevindt zich in deugdelijken staat; instrumenta- Gebouw en
rium en glaswerkvoorraad zijn door onderhoud en geregelde inventaris,
aanvulling op behoorlijk peil gehouden.