13 By lage I. BEHEER EN REGELINGEN. VERSLAG betreffende den toestand van de werken en den uitslag van de exploitatie der Duinwaterleiding van ’s-Gravenhage over het jaar 1935. De Commissie was in het begin van het verslagjaar samen- Commissie van gesteld uit de heeren F. N. V. Quant, wethouder voor de Ge- Bijstand, meentebedrijven, tevens voorzitter; W. Mooyman, W. C. Luberti, A. Folmer en Mr. N. van Hasselt. In de Raadsvergadering van 9 September werd de Commissie samengesteld uit de heeren: Ir. L. J. M. Feber, wethouder van Openbare Werken en de Gemeentebedrijven, voorzitter, W. C. Luberti, A. Folmer, F. N. V. Quant en Mevrouw N. C. Bouma— van Strieland. Het secretariaat bleef opgedragen aan den refe rendaris ter Gemeentesecretarie Mr. Dr. J. H. Labberton. Bij Raadsbesluit van 5 Augustus 1935 werden in het Duin- Leveringsvoor- watertarief de volgende wijzigingen gebracht. waarden enz. De bestaande rabat-regeling, die een reductie op den gewonen eenheidsprijs van f 0,30 per m3 inhield van f 0,04f 0,12, werd veranderd in eene waarbij die reductie bedroeg van f 0,08 f 0,14. Voor verbruik boven 100 t./m. 200 m3 per kwartaal werd de prijs per m3 nl. bepaald op f 0,22, boven 200 t./m. 500 m3 op f 0,18 en boven 500 m3 op f 0,16. Bovendien is de gelegenheid geschapen om met verbruikers, die regelmatig meer dan 500 m3 per kw’artaal verbruiken, bijzondere overeenkomsten aan te gaan, waarbij afgeweken wordt van den hiervoor genoemden prijs van f 0,16 (extra-reductie voor hetgeen de verbruiker zich verbindt boven 500 m3 per kwartaal te zullen gebruiken).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1935 | | pagina 201