By lage 14 VERSLAG van de Stichting „Centraal Badbeheer” te 's-Gravenhage over het jaar 1935. In de samenstelling van het bestuur kwam slechts één ver- Bestuur, andering, doordat de heer F. N. V. Quant als Wethouder aftrad. In zijn plaats benoemden Burgemeester en Wethouders den heer Ir. L. J. M. Feber. Derhalve bestond het bestuur op 31 December 1935 uit de volgende leden: Ir. L. J. M. Feber, Wethouder van Openbare Werken en Gemeentebedrijven, voorzitter, Prof. Mr. A. C. Josephus Jitta, onder-voorzitter, H. C. M. van Benthem, boekhouder-kassier, Mr. W. F. K. Cost Budde, secretaris, W. P. Blokpoel, W. van Boven, J. J. van Langen, H. H. Loeven, L. L. E. E. M. Moonen, F. J. Noordhoek Hegt en B. Verwaal. De heeren Van Benthem, Blokpoel, Cost Budde, Van Langen en Verwaal bleven als gedelegeerde belast met de dagelijksche leiding van en toezicht op onderscheidenlijk het volkszeebad te Scheveningen, de sehoolbaden, de volksbaden, het zeebad Kijk duin en het Zuiderzwembad, terwijl ook de adj. commies ter Gemeentesecretarie J. G. D. Meyboom als adj. secretaris aan de Stichting verbonden bleef. De inspecteur J. P. E. van Ameijde, wien van 1 November Inspecteur. 1934 tot eind Februari 1935 verlof was verleend, ten einde een reis te maken naar Ned.-Indië, hervatte op 1 Maart 1935 zijn werkzaamheden. De heer Van Ameijde werd andermaal, thans voor het zomer seizoen 1935, benoemd tot gedelegeerde telkens in plaats van uitstedige gedelegeerden, dus voor zoolang hun afwezigheid duurde. Het personeel verrichtte in het algemeen zijn dienst weer met Personeel, ijver en toewijding. Behoudens in een enkel geval behoefden geen straffen te worden opgelegd. Aanstellingen in vasten dienst vonden niet plaats. Naar aanleiding van een in het voorjaar van Burgemeester en Wethouders ontvangen schrijven betreffende uitvoering van het Raadsbesluit tot invoering van een blijvende korting van 5 en van een tijdelijke korting van 1 met ingang van 1 Maart 1935 op de loonen en salarissen van het Gemeenteperso- neel, onderging het loon van het bij de Stichting te werk gestelde personeel met ingang van genoemden datum dezelfde kortingen. Aan het einde van het verslagjaar waren 44 personen in dienst; het totaal aantal ziektedagen bedroeg voor mannen 114 en voor vrouwen 136 (over 1934 onderscheidenlijk 100 en 164J4)-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1935 | | pagina 230