15 de ijsbaan aan de Daal-en-Bergschelaan 5, in de Westduinen 3, in het Zuiderpark 4, op het Abrikozenplein 4 en op het Noten plein 4 stuks. Op 31 December 1935 waren aanwezig 680 banken. In tegenstelling met de laatst verloopen jaren, kwam in het Stormschade, afgeloopen jaar stormweer van meer dan gewone beteekenis verscheidene malen voor. Het wegruimen van gevelde hoornen en afgerukte takken, met het daaraan verbonden hakwerk en het opnieuw aan de steunpalen binden van door den storm los geslagen jonge hoornen, vorderde veel arbeid en vervoer. De uit een en ander voortvloeiende kosten bedroegen in het afgeloopen jaar f 6.770,80; genoemd bedrag kon dit jaar niet zonder extra-credietverleening uit de voor de gewone onder houdswerken beschikbare gelden worden bestreden. Op een zachten winter volgde een koud voorjaar met vele Plantengroei, nachtvorsten in de maand Mei. Het jonge gewas kreeg daardoor vrij groote schade, welke zich echter spoedig herstelde. Op Pinkster-Maandag, 10 Juni, barstte een wolkbreuk boven onze gemeente los, welke gepaard ging met geweldigen hagel slag. Jonge scheuten van houtgewassen werden daardoor be schadigd; een aantal bloemplanten werd volkomen vernield. De zomer was warm en droog. Nadat de droogte en hitte ruim twee maanden geduurd had, volgde regen. 17 September, op den dag van de opening van de Kamers der Staten-Generaal, woei een zoodanige storm, dat vele boomen ontworteld werden. De tweede helft van September bleef stormachtig; ook daarin werden nog een groot aantal boomen ontworteld. October bracht slecht weer en veel regen. Begin November trad beter weer in, de bladeren waren toen reeds voor het overgroote deel gevallen. In de Westduinen en in het duinpark „Petit St. Hubert” waren in het voorjaar vele jonge dennen en struiken uitge plant. De groote hitte deed vele van deze plantjes afsterven, terwijl de resteerende zich armelijk ontwikkelden. Op de jonge twijgen is de hagelschade nog duidelijk terug te vinden. Overigens liet het gewas op den vochthoudenden bodem van het zuid-oostelijk gedeelte van de stad niets te wenschen over. De iepziekte woekerde in 1935 onverminderd voort en eischte ongeveer vierhonderd iepeboomen op. Ook kwam beschadiging door gas uit lekke buizen vrij veel voor. In de Scheveningsche Boschjes, „Meer en Bosch”, „Ocken- burgh”, de Voorde’s” en dergelijke beboschte plantsoenterreinen werden in het voorjaar vijftigduizend rhododendrons en twee VERSLAG GEMEENTEPLANTSOENEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1935 | | pagina 245