16 13 laatstgenoemde maatregelen nog gunstig beïnvloed door de algemeene prijsdaling. Aangezien het voor rente van kasgeld uitgetrokken bedrag niet werd uitgegeven en het afgeloopen dienstjaar minder werd belast voor kapitaalrente, het laatste vanwege de omstandigheid, dat een deel der bij de begrooting 1934 toegestane kapitaals uitgaven verviel of naar het volgend dienstjaar werd ver schoven, bleven de uitkomsten van art. XI belangrijk beneden de raming. Door laatstgenoemde omstandigheid werd ook art. XII minder belast. De vergoeding door de Gemeente over 1935 is f 172.912,18 lager dan die over 1934, nl. f 2.394.577,85 tegenover f 2.567.490,03. VERSLAG GEMEENTELIJKE REINIGINGSDIENST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1935 | | pagina 275