17 6 Uitbreidingsplan „Moerweg”. Uitbreidingsplan „Spoorbaan". Uitbreidingsplan „Binckhorst”. Uitbreidingsplan „Laakwijk”. breidingsplan te doen gereed maken. Aan het einde van het verslagjaar was hierop nog geen beslissing door Burgemeester en Wethouders genomen. In overleg met den Dienst der Stadsontwikkeling en Volks huisvesting werd door den Directeur van het Gemeentelijk Bouw’- en Woningtoezicht aan Burgemeester en Wethouders ingezonden een voorstel tot het vaststellen van rooilijnen en een verordening tot regeling van de plaatsing der gebouwen voor de gronden gelegen rondom het sportterrein in het uitbreidings plan „Laakwijk”. In het jaarverslag over 1934 werd melding gemaakt, dat een voorstel aan Burgemeester en Wethouders was gedaan om Artikel 6 sub b van de bebouwingsverordening „Moerweg” te wijzigen. In verband met het verzoek van Gedeputeerde Staten om alsnog aan eenige bezwaren in de goedgekeurde verorde ningen tegemoet te komen, w’erden voorstellen gedaan tot redactiewijziging van de bebouwingsverordeningen en de ver ordeningen behoorende bij het rooilijnenplan. In verband met de ervaring in het eerste gedeelte van het uitbreidingsplan „Moerweg” opgedaan, bleek het gewenscht om het gedeelte van het plan, dat thans voor uitvoering in aanmer king kwam, opnieuw te bezien; op 24 September 1935 werd aan Burgemeester en Wethouders ingezonden een voorstel tot her ziening van het uitbreidingsplan, in hoofdzaak omvattende den aanleg van een nieuwe straat en het opschuiven in noord oostelijke richting van de n.o.—z.w. gerichte straten en lanen; voorts konden eenige bouwblokken ondieper worden en voor tuinen worden ingevoegd. Aan het einde van het verslagjaar had den Raad nog geen voorstel tot wijziging van het uitbrei dingsplan bereikt. In verband met wijziging in de begrenzing van het voor spoorwegdoeleinden bestemde gedeelte in het uitbreidingsplan „Binckhorst” -was het noodig over te gaan tot wijziging van het plan en konden tevens verschillende kleine veranderingen worden aangebracht, welke bij de uitwerking van het plan wenschelijk werden geacht. Een voorstel tot wijziging werd aan Burgemeester en Wethouders ingezonden bij schrijven van 8 October 1935. Aan het einde van het verslagjaar had den Raad nog geen voorstel ter zake bereikt. In verband met een verzoek om op den grond aan de van-Tuyll- straat, von-Geusaustraat en Pompe-van-Meerdervoortstraat in het uitbreidingsplan „Spoorbaan” boven- en benedenwoningen te mogen bouwen in plaats van eengezinshuizen, waarvoor deze gronden waren bestemd, werd aan Burgemeester en Wethouders VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1935 | | pagina 296