17 7 het vermelde in het jaarverslag over 1934 Weg Wassenaar- Noord-Holland- sche grens. 16 April 1935, G. S. No. 320. de door het Gemeentebestuur inge- Overleg met aan grenzende ge meenten. van Voorburg verzocht mede te werken tot wijziging van het uitbreidingsplan. De dienovereenkomstig door den Raad van Voorburg goedgekeurde wijziging werd door Gedeputeerde Staten goedgekeurd bij besluit van Naar aanleiding van diende bezwaren tegen het uitbreidingsplan Rijswijk („Rand- plan”) werd op 6 Februari 1935 een vergadering door Gedepu teerde Staten gehouden, waar deze bezwaren mondeling konden worden toegelicht. Bij besluit van 20 Februari 1935, G. S. No. 19/1, werd het uitbreidingsplan door Gedeputeerde Staten goedge keurd en werden de bez-waren van het Gemeentebestuur van ’s-Gravenhage ongegrond verklaard. In zijn vergadering van 25 Maart 1935 (Bijlage No. 182) besloot de Raad om tegen deze beslissing van Gedeputeerde Staten in beroep te gaan bij de Kroon. Op 14 Augustus 1935 had behandeling plaats voor de Afdeeling „Geschillen van Bestuur” van den Raad van State. Bij Koninklijk Besluit van 14 September 1935, No. 41, werd het Gemeentebestuur niet ontvankelijk verklaard in zijn beroep tegen het besluit van Gedeputeerde Staten van 20 Februari 1935. Voorts hadden nog besprekingen plaats met de adviseurs der gemeente Rijswijk en met de Commissie van Advies voor de Uitbreidingsplannen in Zuid-Holland betreffende een nieuw ontwerp-uitbreidingsplan van Rijswijk („Kleiwegkwartier”). Ook betreffende het uitbreidingsplan van Voorburg hadden nog besprekingen plaats met de Commissie van Advies voor de Uitbreidingsplannen in Zuid-Holland. In verband met de door het Gemeentebestuur van ’s-Gravenhage ingediende bezwaren tegen herziening van het uitbreidingsplan Voorburg werd door Gedeputeerde Staten op 14 Mei 1935 een vergadering gehouden, waar deze bezwaren mondeling konden worden toegelicht. Bij besluit van 29 Mei 1935, G. S. No. 27/1, werden de bezwaren van het gemeentebestuur van ’s-Gravenhage ongegrond verklaard en werd de herziening van het uitbreidingsplan goedgekeurd. Van een beroep bij de Kroon tegen deze beslissing werd af gezien. In aansluiting aan kan worden medegedeeld, dat Burgemeester en Wethouders aan Gedeputeerde Staten hebben medegedeeld, dat de totstand koming van dezen weg zou worden toegejuicht en gaarne over leg zou worden gepleegd omtrent het tracé en verdere details. In verband hiermede heeft op 15 October 1935 een bespreking plaats gevonden met Gedeputeerde Staten. Op 10 December 1935 werd door hun College medegedeeld, dat het zich thans tot den Minister van Waterstaat heeft gewend met een verzoek om medewerking voor de totstandkoming van dezen weg. VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1935 | | pagina 297