28
Van de in het huwelijk getreden
Het volgende staatje
Aan den Armenraad is afgedragen als opbrengst der col
lecten bij de huwelijksvoltrekkingen f 5.438,11.
Van de 3 838 huwelijken werden 1 655 (43,1 pCt.) wèl en 2 183
(56,9 pCt.) niet gevolgd door godsdienstige plechtigheden.
Het aantal huwelijken van personen van één geloof of over
tuiging bedroeg 2 498 (65,1 pCt.), dat der huwelijken van per
sonen met verschillend geloof of verschillende overtuiging
1 340 (34,9 pCt.). Voor de voornaamste groepen van huwelijken
zijn de cijfers:
geeft voor de bovenstaande aantallen
personen, die met een persoon van een ander geloof of andere
overtuiging in het huwelijk traden, de verdeeling naar mannen
en vrouwen, absoluut en in procenten.
Aan huwelijksleges werd ontvangen f 43.315,gesplitst als
volgt:
2 019 huwelijken
f 43.315,—
n
H
Huwelijken van
Nederd. Herv. i
Roomsch-Kath.
pers, zonder godsd.
Gereformeerden
Evang. Lutherschen
Israëlieten
Nederd. Hervormden
Roomsch-Katholieken
Personen zonder godsdienst
Gereformeerden
Evang. Lutherschen.
Israëlieten
n
n
n
n
H
772 (49,9
446 (48,5
120 (49,-
27 (11,7
90 (66,7
n
n
n
n
n
150,—
4.700,—
7.500,—
9.320,—
150,—
17.955,—
675,—
100,- -
i5,
40,— -
30,-
15,-
12,50
7,50 2.865,—
1 007 (51,8 pCt.), met anderen
n
n
M
n
2 952 Nederd. Hervormden huwden dus
2 320 Roomsch-Katholieken
1 365 pers, zonder godsd.
365 Gereformeerden
258 Evang. Lutherschen
225 Israëlieten
938 (48,2 pCt.)
776 (50,1
473 (51,5
125 (51,-
204 (88,3
45 (33,3
1 huweHjk(en) a. f 150,f
47 100,- -
100 75,—
233
5
1197
54
382
met N.H.
R.-K.
p.z.g.
Ger.
Ev. Lu th.
Isr.
Mannen.
545 (58,1 pCt.)
328 (42,3
255 (53,9
76 (60,8
49 (24,-
32 (71,1
V rouwen.
393 (41,9 pCt.)
448 (57,7
218 (46,1
49 (39,2
155 (76,-
13 (28,9
938 of 31,8 pCt. met anderen;
776 33,4
473 34,7
125 34,2
204 79,1
45 20,-