34
Grootboeken.
Belastingen.
werpen (de daarop betrekking hebbende voorstellen werden
aangenomen)
de begroetingen voor 1935 (24 Januari t./m. 7 Februari);
aangaan van een of meer kasgeldleeningen ter voorziening
in de behoefte aan kasgeld gedurende het 2e, 3e en 4e kwartaal
1935 en le kwartaal 1936 (6 Februari, 20 Mei, 5 Augustus en
4 November);
uitgifte van anticipatiebiljetten (15 April en 25 November);
wijziging van de Verordening op het Fonds voor ambtenaars-
eigen-pensioenen (1 Februari en 23 December);
beroepschrift in verband met de uitvoering der Wet rege
lende de Financieele Verhouding tusschen Rijk en Gemeenten
(9 September);
wijziging van de Algemeene Verordening op het beheer van
bedrijven 123 December);
voorloopige vaststelling van de Gemeenterekening over
1934 (27 December);
de begroetingen voor 1936 (19 t./m. 23 en 30 December). (De
behandeling is 2 Januari 1936 voortgezet; de vaststelling vond
plaats op 7 Januari 1936.)
In Grootboek A der ’s-Gravenhaagsche Gemeenteschuld
bestemd voor inschrijving van bepaalde aan de Gemeente ge
leende kapitalen was op 31 December door 52 particulieren
en 11 instellingen tot een nominaal bedrag van f 1.397.000,
ingeschreven. De inschrijvingen, die vóór 19 November 1935
zijn tot stand gekomen, hebben een looptijd van 10 jaren; met
ingang van genoemden datum is ingevolge Raadsbesluit van
7 October waarbij een verordening werd vastgesteld tot wijzi
ging van de Verordening op de Grootboeken der ’s-Gravenhaag-
sche Gemeenteschuld de termijn van inschrijving terugge
bracht tot 5 jaren.
In Grootboek B bestemd voor inschrijving van bepaalde
reeds in omloop zijnde obligatiën, na inlevering daarvan
stonden op 31 December ten name van 195 particulieren en 29
instellingen 5 439 obligatiën ingeschreven, vertegenwoordigen
de een nominaal kapitaal van f 5.362.000,d. i. 3,50 van de
in obligatiën uitgegeven Gemeenteschuld op dien datum.
Voor de Grootboeken wordt verder verwezen naar bijlage 8.
In het belastingjaar 1934/35 bedroeg het aantal aange-
slagenen in de Gemeentefondsbelasting 122 267. De opbrengst
(65 Gemeenteopeenten inbegrepen) bedroeg f 14.115.578,Bij
deze cijfers is echter geen rekening gehouden met ontheffingen
en afschrijvingen.
Bijlage 10 geeft een overzicht van de Plaatselijke Inkomsten
belasting (1930/31) en Gemeentefondsbelasting (met opcenten)
(1931/32 t./m. 1935/36), geheven van gehuwde belastingplichtigen
met twee kinderen.