24 19 Artikel III der Baten „Vergoeding voor het verrichten van Sehoonmaakwerkzaamheden” bleef, o.m. ten gevolge der reor ganisatie van den Schoonmaakdienst, rond f 12.000,beneden de raming, terwijl de uitkomst van Artikel IV der Baten „Op brengst brandstoffenvoorziening”, in verband met prijsdaling enz. rond f 83.000,— lager is dan was geraamd. De opbrengst van gefabriceerde artikelen, Artikel V der Baten, bedroeg rond f 13.000,meer dan de raming, terwijl de „Bijzondere inkomsten”, Artikel VIII der Baten, rond f 20.000, hooger zijn dan werd geraamd. Op de uitgaven voor de onderhoudskosten der bezittingen van het bedrijf (Artikel VI der Lasten) kon ca. f 11.000, worden bespaard, terwijl aan „Algemeene onkosten” (Artikel VII der Lasten) rond f 160.000,— minder werd uitgegeven dan geraamd, o.m. ten gevolge van belangrijke maatregelen ter alge meene bezuiniging, loons- en weddeverlagingen en anderszins. De daling van het omzet-bedrag had uiteraard een vermin dering der rente-uitgaven en -ontvangsten ten gevolge. (Zie Artikel VIII der Lasten en VII der Baten.) Door „Uitbreiding” vermeerderde het kapitaal met f 3.343,06, door „Aflossing” verminderde het met f 40.009,34. Overigens geeft de bedrijfsrekening geen aanleiding tot bijzondere opmerkingen. VERSLAG GEMEENTEWERKEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1935 | | pagina 416