43
inrichtingen.
11 874 672 m3 Drinkwater
voorziening.
De geneeskundigen bij den Gemeentelijken Geneeskundigen Doodschouw.
en Gezondheidsdienst Jhr. F. A. van Suchtelen, W. P. Wolffen-
sperger en T. K. Fortuin waren belast met het verrichten van
de officieele doodschouw in de gevallen van overlijden, waarin
geen schriftelijke verklaring van een geneesheer kon worden
overgelegd.
De officieele doodschouw vond 18 maal plaats.
De Duinwaterleiding heeft een hoeveelheid van
gefiltreerd water opgepompt. Per etmaal werd gemiddeld
32 533 m3 water afgeleverd. Het aantal aangesloten perceelen
bedroeg op 31 December 131 688.
Nadere gegevens bevat het verslag der Duinwaterleiding
(bijlage 13).
In de 9 Gemeentelijke badhuizen werden in totaal 768 793, in Bad-.en zwem-
het zwembad Zuiderpark 175 074, in het Volkszeebad 202 271 en inrichtingen,
in het zeebad Kijkduin 30175 baden genomen.
Voor nadere gegevens betreffende de exploitatie van de
Gemeentelijke bad- en zweminrichtingen wordt verwezen naar
het verslag van de Stichting „Centraal Badbeheer” (bijlage 14).
Omtrent de particuliere bad- en zweminrichtingen kan het
volgende worden medegedeeld.
’s-Gravenhaagsche Zwem- en Badinrichting. Het aantal ge
nomen baden was 244 832. Het batig saldo bedroeg f 6.607,59.
Bad- en Zweminrichting „De Regentes”. Het aantal genomen
baden bedroeg 355 150. De baten bedroegen f 113.665,86, de lasten
f 113.165,19; batig saldo: f 500,67.
Badhuis H. T. O. Het aantal genomen baden bedroeg 53 715.
Badhuis van de Woningvereeniging van Trampersoneel voor
Volkshuisvesting (geëxploiteerd door de Stichting „Centraal
Badbeheer”). Het aantal genomen baden bedroeg 19 000.
Badinrichting van de Controlewoningen. Tegen betaling
werden 28 422 baden genomen.
Bij de Maatschappij „Zeebad Scheveningen” werden 117 715
buiten- en 1768 binnenbaden genomen.
Blijkens het verslag van de Coöperatieve Wasscherij U. A. Wasscherijen.
sloot het boekjaar 1 Mei 193430 April 1935 met een batig saldo
van f 2.176,80. Het inleggeld voor de leden werd verlaagd van
f 1,— tot f 0,25.
Op 31 December 1935 hadden de plantsoenterreinen der Parken en plant-
Gemeente een totale oppervlakte van 526.13.77 ha, terwijl de soenen.
oppervlakte van het Haagsche Bosch 106.00.00 ha bedraagt; per
inwoner was alzoo 13,11 m2 beschikbaar.
Voor nadere gegevens betreffende de parken en plantsoenen
wordt verwezen naar het verslag van den toestand en de exploi
tatie der Gemeenteplantsoenen (bijlage 15).