By lage 33
3. GEBOUWEN.
Dezelfde gebouwen als vorig jaar waren dit jaar bij de Bank
in gebruik.
VERSLAG van den Staat der Gemeentebank van
Leening te ’s-Gravenhage over het jaar 1935.
2. PERSONEEL.
Behalve de Directeur waren op 31 December aan het Bedrijf
verbonden 24 ambtenaren en 3 werklieden, terwijl een wacht
gelder tijdelijk was tewerkgesteld.
1. BEHEER.
De Bank van Leening wordt beheerd door Burgemeester en
Wethouders, bijgestaan door een Raadscommissie, die op 1 Ja
nuari bestond uit de heeren D. B. Michon, L. L. E. E. M. Moonen,
J. K. W. F. van Bommel en D. v. d. Zee, onder voorzitterschap
van den heer F. N. V. Quant, Wethouder voor de Gemeente
bedrijven.
In de Raadsvergadering van 9 September werden tot leden
verkozen de heeren J. K. W. F. van Bommel, D. B. Michon, Th.
M. Dresmé en H. Neuteboom, terwijl de heer Ir. L. J. M. Feber,
Wethouder o. a. voor de Gemeentebedrijven, als voorzitter
optrad.
Het secretariaat bleef opgedragen aan den heer Mr. Dr. J.
H. Labberton, Referendaris, Chef der afdeeling Gemeentebe
drijven ter Secretarie.
4. ZAKELIJK OVERZICHT.
Ten gevolge van de ongunst der tijden bleven de werkelijke Exploitatie-
Baten in het algemeen ten achter bij de geraamde bedragen, uitkomsten.
Ofschoon er eenige toeneming was in het aantal beleeningen,
was het uitgezet kapitaal lager dan vorig jaar, zulks door
verdere daling van het prijsniveau der verschillende artikelen.
De saldi van eenige leeningen ex. art. 22 van het Bankregie- Afschrijving,
ment waren door verschillende oorzaken oninbaar en moesten
mitsdien als verlies worden afgeschreven.
Een en ander is nader onder cijfers gebracht in de desbetref
fende paragrafen, alsmede in de Bedrijfsrekening en Balans.