34 5 personen, die overeenkomstig het voorschrift van den Minister ingeschreven werden, bevinden zich velen, die om allerlei, meest huiselijke, redenen niet voor plaatsing in aanmerking kunnen of willen komen. Hierdoor heeft de betrouwbaarheid der cijfers in de verslagen der organen van de arbeidsbemiddeling eeniger- mate aan waarde ingeboet. Dit is des te meer te betreuren, omdat hier te lande de arbeidsbeurzen, hoewel zij allereerst de arbeids bemiddeling tot haar taak hebben, door haar werkloosheids- registratuur gegevens omtrent het aantal werkloozen konden verstrekken, welke een vrij betrouwbare basis bij de beoordee- ling van den stand der arbeidsmarkt vormden. Aangezien echter de onvrijwillige inschrijvingen, welke voor de arbeidsbemiddeling geen of weinig practisch nut hebben, voornamelijk onder de vrouwen, die huishoudelijken arbeid zouden kunnen verrichten, voorkomen, zijn de cijfers der werk loosheid van mannelijke arbeidskrachten niettemin nog zeer bruikbaar. Ofschoon nu en dan ten opzichte van onze gemeente wordt gewaagd van een kleine opleving, zoo kan dit, gezien de uit breiding van de werkloosheid in het algemeen, toch niet van het geheel worden gezegd, hoewel het misschien voor onderdeelen van het bedrijfsleven juist is. De arbeidsmarkt te ’s-Gravenhage is integendeel in 1935 aanmerkelijk ongunstiger geweest dan in 1934. Het totaal der aanbiedingen daalde weliswaar van 84407 in 1934 tot 82017 in 1935 (een afneming dus van 2390), doch aan gezien het aantal werkloozen is gestegen het jaargemiddelde liep op van 20537 tot 22960 (zie staat III) beduidt deze daling slechts, dat het voor korten tijd wegens werkzaamheden af schrijven verminderd is en de gemiddelde duur van inschrijving langer is geworden. Een verbetering der arbeidsmarkt kan uit de daling van het cijfer der aanbiedingen niet geconcludeerd worden. Het cijfer van het aantal werkloozen zonk in geen enkele maand van 1935 beneden dat der overeenkomstige maand van 1934. In het eerste halfjaar van 1933 liep het aantal werkloozen, wegens seizoenopleving in allerlei bedrijven, nog 6000 terug, in 1934 4000, in 1935 4500. In 1933 bleef de vermindering aanhouden tot in Augustus, in 1934 en 1935 begon het w’erkloozencijfer reeds in Juni weder te stijgen. De grootste toenemingen waren in 1935 te constateeren in de maanden September en December, nl. in beide maanden 1500 werkloozen. Het aantal ingeschreven werkloozen bedroeg einde Januari 24961, einde Juni 20453, eene vermindering dus van 4508 of 18,06 (in 1934: 18,2 in 1933: 26,3 Aan het einde van het jaar bedroeg het aantal werkloozen 25986 (in 1934: VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1935 | | pagina 604