n I
34
8
STAAT III.
Hieronder volgt een vergelijkend overzicht van de resultaten
der arbeidsbemiddeling, zooals die over 1933, 1934 en 1935 te
Amsterdam, Rotterdam, ’s-Gravenhage en Utrecht werden ver
kregen met vermelding van het percentage van stijging en
daling der aanbiedingen, plaatsingen en aanvragen.
terwijl dat der mannen verminderde met 948, waardoor het
totaal-eijfer daalde met 446 van 23753 in 1934 op 23146 r) in 1935.
Uit deze cijfers blijkt, dat het aantal aanbiedingen in deze 4
groote gemeenten van het land in 1935 is gedaald; dat hierbij
niet aan verbetering der arbeidsmarkt moet worden gedacht,
is hierboven reeds uiteengezet.
De plaatsingen liepen zoowel in Amsterdam als te Rotterdam
en te ’s-Gravenhage terug. Deze teruggang bleef voor ’s-Graven-
hage tot een gering percentage beperkt, terwijl hij voor Amster
dam en Rotterdam in 1935 belangrijk kleiner was dan in 1934.
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS.
Aanvragen.
Plaatsingen.
1934
1936
1934
1933
Amsterdam
Rotterdam
6765 3,5 5,3
’s-Gravenhage
Utrecht
1) In dit cijfer zijn om utiliteitsredenen niet begrepen 142 verkiezings-
boden en 19 collectanten. Zij komen slechts nu en dan voor en zjjn buiten
beschouwing gelaten terwille van de vergelijkbaarheid der cijfers. Van deze
161 personen werden geplaatst door de afd. Algemeene bedrijven 113 (94 ver-
kiezingsboden en 19 collectanten), door de afd. Metaalbewerking 32 en door
de afd. Handels- en Kantoorpersoneel 16.
108110111163 109745 2,8
81240 84407
31684! 34616
82017 4- 3,9-
32158 4 8,9
1933 1934 1935 1934 I 1935
230756S155192 135441
Stijging
of daling
in pCt.
22798'- 7,2— '1
307921 29939- 29963 2,8l -
8398 8161! 8694'— 2,4 4 4)
llll
Niet berekend; de groote vermindering is veroorzaakt door een wijziging in den termijn van afstempeling.
j—12,7
1,3
2,8
6,8
Stijging
of daling
in pCt.
1938 J 1934 j
62504 51978 49181;-16,8j- 5,
24677 22911
Stijging
Aanbiedingen. of daling
in pCt.
j 1935
1935 1934 Iffi
48468 41120 38419 —15,2 6,6
21415; 19861; 19650— 7,6' 1,1
23854 23753; 23307 0,4 1,9
6658 6427