34
21
van een
V. INTERCOMMUNALE EN INTERNATIONALE
ARBEIDSBEMIDDELING.
met agenten, be
zoek van agent
schappen.
De lijst van agenten in het district ’s-Gravenhage is als bij- la. Bemiddeling in
lage V bij dit verslag gevoegd. het district.
De instructie van den Directeur der Districts-Arbeidsbeurs ife. Vergaderingen
schrijft voor, dat de agenten der arbeidsbemiddeling minstens
éénmaal per jaar moeten worden bezocht. Dit is in Mei 1935
geschied. Ook de voorgeschreven vergadering met die agenten
vond plaats en wel den 30en October 1935. De agenda dezer ver
gadering bevatte de navolgende punten:
1. Welke maatregelen kunnen getroffen worden om de ar
beidsbemiddeling in de districtsgemeenten te bevorderen en
meer aan haar doel te doen beantwoorden?
2. Tot welke opmerkingen geeft de werking van de wet van
16 Mei 1934 S. 257, tot regeling van het verrichten van arbeid
door vreemdelingen, aanleiding?
3. Bespreking van de wijze waarop de administratie
agentschap het best zou kunnen worden ingericht.
ten goede waar te nemen. Hoewel bij de personeelsvoorziening
van rijksinstellingen de Arbeidsbeurs als regel nog niet is
ingeschakeld, zoo kan toch gesproken worden van een, zij het
dan ook geringe, verbetering te dezen opzichte. Eenige crisis
instellingen vragen soms voornamelijk lager personeel aan.
Ingevolge de bestaande regeling geschiedt de plaatsing van
personeel in Gemeentedienst door bemiddeling der Arbeidsbeurs.
Voor zoover de benoodigde krachten niet uit de Gemeentelijke
Personeelsreserve of uit de wachtgelders (zie VI) kunnen worden
geput, wordt in de behoefte voorzien door plaatsing van bij de
Arbeidsbeurs ingeschrevenen. De bedrijven en diensten verwijzen
sollicitanten regelmatig naar haar en zenden ingekomen solli-
citatiestukken door.
Indien een aangevraagde kracht niet uit het aanbod bij de
Arbeidsbeurs kan worden geleverd, geschiedt de oproeping van
sollicitanten door de Arbeidsbeurs, welke instelling de inge
komen aanbiedingen verzamelt en aan den desbetreffenden
dienst doorzendt.
Bij de Gemeentelijke diensten en bedrijven werden in de jaren
19311935 geplaatst onderscheidenlijk 3103, 2233, 3023, 2874 en
1773 personen.
De staat van de diensten en bedrijven, waarbij deze krachten
werden geplaatst, is uit bezuinigingsoverwegingen niet meer in
het verslag opgenomen.
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS.