34
23
en
regularisatie
van werkgele
genheid.
Wet van 16
Mei 1934, S. 257.
bü verplaatsing
van arbeiders
in het binnen
land of naar het
buitenland.
In het verslagjaar werd voortgegaan met het verleenen van 2.Hulpverleening
reiskosten en (in daarvoor in aanmerking komende gevallen)
steun voor de overgangsperiode van personen, die hier moeilijk
of niet aan arbeid konden worden geholpen en elders blijvend
te werk konden worden gesteld.
De kosten, waarin het Rijk als regel de helft bijdroeg, be
liepen f 224,31 (verplaatsingskosten aan werkkrachten bij arbeid
buiten de woonplaats).
Met verruiming en regularisatie van werkgelegenheid heeft 3. Verruiming
de Arbeidsbeurs in het algemeen geen bemoeiing.
De door Burgemeester en Wethouders ingestelde Commissie
tot werkverruiming en regularisatie in het schildersbedrijf,
waarvan de Directeur der Gemeentelijke Arbeidsbeurs voorzitter
is, heeft ook in 1935 haar werkzaamheden niet voortgezet. De
Commissie was van meening, dat in deze tijden geen of weinig
nuttig effect kan worden verkregen.
De bemoeiing met beroepsverandering en opleiding van 4. Bemoeiing met
werkloozen gaat buiten de openbare bemiddeling om. beroepsveran
dering en op
leiding van
werkloozen.
De werkzaamheden voor de uitvoering van de Wet van 5. Uitvoering
16 Mei 1934, S. 257, op het verrichten van arbeid door vreemde
lingen, zijn vrij omvangrijk geworden. Er werden in het tijdvak
17 Sept. 193431 December 1935 5422 aanvraagformulieren uit
gereikt, het aantal uitgebrachte adviezen aan den Rijksdienst
der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling bedroeg
3500. Het aantal adviezen is belangrijk minder dan het aantal
uitgereikte aanvraagformulieren, omdat verscheidene werk
gevers niet steeds de aangevraagde formulieren doorzenden naar
genoemden Rijksdienst, doch bij nader inzien liever hun buiten-
landsch personeel ontslaan. Bovendien wordt aan de Arbeids
beurs geen advies gevraagd ten aanzien van de aanvragen voor
vreemde artisten en musici.
Het aantal verstrekte vergunningen bedraagt voor ’s-Graven-
hage 3147, dat der weigeringen 210. Om allerlei redenen (vertrek,
huwelijk met Nederlanders, weigering van verlenging van
vergunning enz.) werden in den loop van vermeld tijdvak
1332 vreemdelingen afgevoerd, zoodat het aantal van kracht
zijnde vergunningen op 31 December 1935 bedroeg 1815.
De grootste groep vreemdelingen is werkzaam in het hotel-
bedrijf, op 31 December 1935 nl. 129 mannen, 346 vrouwen, terwijl
ook onder het kantoorpersoneel (307), in het terrazzo- en graniet-
bedrjjf (108), in de metaalindustrie (90) en onder het handels-
personeel (winkels en magazijnen inbegrepen, 251) een vrij groot
aantal buitenlanders werkzaam is.
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS.