36
38
de
Kosten van
verpleging.
kosten van
verpleging.
verzekerd tegen de kosten van ziekenhuis-
verpleging
niet verzekerd, doch in staat tot het betalen
eener bijdrage (debiteur)
niet verzekerd en niet in staat tot het beta
len eener bijdrage (onvermogend)
Voor de verpleging van 15087 patiënten met in totaal
544425 verpleegdagen werd door den Dienst betaald f 2.017.101,
waarvan aan de Gemeenteziekenhuizen f 816.825,en aan parti
culiere ziekenhuizen f 1.200.276,
In het totaal bedrag ad f 2.017.101,is voor de verpleging van
personen lijdende aan besmettelijke ziekten met 7253 verpleeg
dagen f 30.601,60 begrepen, waarvan voor de Gemeentezieken
huizen f 17.689,50 en voor de particuliere ziekenhuizen f 12.912,10.
Het bedrag betaald ten behoeve van deze zieken werd van
den Gemeentelijken Geneeskundigen en Gezondheidsdienst terug
gevorderd, zoodat ten slotte voor ziekenhuisverpleging ten laste
van den Dienst kwam f 1.986.499,40 voor 537172 verpleegdagen.
Opgemerkt dient te worden, dat voor de patiënten, voor welke
Inning van
bijdragen in de de volle verpleegprijs werd betaald, in het algemeen de inning
der kosten geschiedde door de betrokken ziekenhuizen.
In dit verslag komen dus tot uitdrukking de kosten van on
en minvermogende patiënten en de bijdragen nagenoeg alleen
van minvermogende patiënten.
Wel werd, indien voor de Gemeenteziekenhuizen de inning
der bijdragen voor patiënten van buiten deze Gemeente moeilijk
heden opleverde, de bemiddeling van den Dienst ingeroepen om
aan de hand van het bepaalde in de art. 63 e. v. der Armenwet
verhaal toe te passen, doch het uit dezen hoofde verhaalde be
drag werd aan de Gemeenteziekenhuizen afgedragen. In 1935
werd door de Gemeenteziekenhuizen 8 maal de bemiddeling van
den Dienst ingeroepen.
De Armenraad heeft in 1935 4748 rapporten uitgebracht om
trent den financieelen toestand der opgenomen patiënten, ter
vaststelling der eventueel in rekening te brengen bijdragen in
de kosten van ziekenhuisverpleging. In 1933 en 1934 werden ter
zake onderscheidenlijk 5359 en 5158 rapporten uitgebracht.
Van het totaal aantal opgenomen patiënten, waren bij de
eerste beoordeeling, na de opneming, in:
In 1935 moesten, evenals in vorige jaren, „debiteuren” „onver
mogend” worden verklaard, terwijl, ten gevolge van de ongun-
VERSLAG VAN MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON.
1933
1934
1935
42'/,
42
45
17«/3
16
15
42
40
40