6
Plaatsing in
ziekenhuizen
en sanatoria.
Toezicht op den
verpleegduur.
Onderbrenging
van i
zielszieken.
Voor sanatoriumverpleging zijn daarnaast 314 (310) aan
vragen in behandeling genomen, die als regel konden worden
aanvaard.
De plaatsing van zieken in ziekenhuizen en sanatoria ge
schiedde op dezelfde wijze als in het vorige verslagjaar.
In de gezamenlijke ziekenhuizen met uitzondering van de
inrichtingen voor geestes- of zielszieken werden door bemidde
ling van den Dienst opgenomen 13857 (13631) patiënten, waar
onder die van den Raad van Arbeid zijn begrepen. Hiervan
werden 5426 naar de ziekenhuizen der Gemeente verwezen en
8431 naar de partikuliere inrichtingen, waarmede de Gemeente
een overeenkomst heeft aangegaan.
De inrichtingen, waarheen de overbrenging plaats vond,
waren dezelfde als in het vorige verslagjaar.
Over het Konsultatiebureau der ’s-Gravenhaagsche Vereeni-
ging tot bestrijding der t.b.e. werden door den Dienst 303 (296)
patiënten in sanatoria geplaatst.
In de wijze, waarop het toezicht op den duur der verpleging
van lijders geheel of gedeeltelijk voor rekening der Gemeente
wordt uitgeoefend, kwam sinds het voorafgaande jaar deze ver
andering, dat dit toezicht als onderdeel van de afd. Kontröle
Verzorging een afzonderlijke bemoeienis werd.
De onderbrenging van geestes- en zielszieken geschiedt in de
geestes- en Ramaer-Kliniek, dan wel, indien dit wordt gewenscht en voor
zoover piaats beschikbaar, in de St. Jaeobusstichting te Wasse
naar, benevens in de Kliniek Ockenburg, kunnende daardoor in
verreweg de meeste gevallen het bevelschrift van den Burge
meester worden ontgaan. De noodzakelijkheid van plaatsing
wordt door den direkteur van den Dienst beoordeeld, bij welke
beoordeeling stelselmatig wordt nagegaan, of niet met behulp
van de Vereeniging Dr. Schroeder van der Kolk opneming in
een inrichting is te voorkomen.
In 1935 zijn in de Ramaer-Kliniek 354 (343), in de St. Jacobus-
stichting 79 (58) en in de Kliniek Oekenburgh 154 (140) patiënten
opgenomen, w.o. 180 recidiven en van wie 25 van het Gem.-
Ziekenhuis uit, terwijl in 60 (56) gevallen geen voldoende termen
voor opneming aanwezig waren, waarvan voor 7 (2) gevallen op
neming in het Gem. Ziekenhuis werd noodig geacht en 16 naar
een toegelaten inrichting konden worden verwezen. Alsnog zijn
28 (19) patiënten overgebracht naar een gesticht, zijnde dit de
gevallen, waarin een bevelschrift niet kon worden vermeden.
Behalve deze gevallen zijn op verzoek van de afd. B. V. B. der
Gem. Sekretarie nog 69 (31) gevallen voor opneming in inrich
tingen voor zwakzinnigen, epileptici enz., onderzocht. Hiervan
3S VERSLAG VAN DEN GEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST.