40 3 subsidiën en uitkeeringen. De dagelijksche uitkeeringsbedragen, alsmede de uitkeerings- Uitkeerings- duur, welke in 1934 voor deze gemeente golden, werden in het normen, jaar 1935 in het algemeen gehandhaafd. Het totaal bedrag der subsidiën, op grond van het Werk- Bedragen der loosheidsbesluit 1917 verleend over 1935, werd vastgesteld op f 588.803,46, waarvan de helft, of f 294.401,73, ten laste der Ge meente kwam. De bedragen der uitkeeringen over 1935 zijn voor elk der organisaties afzonderlijk vermeld op bladz. 11, 12 en 13 van dit verslag. Indien bleek, dat onrechtmatige uitkeering uit een werk- Controle, loozenkas had plaats gehad, werd, evenals in vorige jaren, getracht door minnelijk overleg terugstorting in de kas te verkrijgen, alvorens de officieele weg gevolgd werd. Op die wijze werden ongeveer 310 terugstortingen verkregen tot een gezamenlijk bedrag van ongeveer f 2.600, In 147 gevallen werd langs officieelen weg tegen verstrekte uitkeeringen bezwaar gemaakt tot een totaal bedrag van f 3.995,91. In 9 van deze 147 gevallen, te zamen betrekking hebbende op terugstorting tot een bedrag van f 891,15, ging de vakvereeniging in beroep. Ten aanzien van deze beroepen besliste de Minister: in 6 gevallen, te zamen betrekking hebbend op terugstorting tot een bedrag van f 614,85, dat de Gemeente terecht bezwaar gemaakt had; in 2 gevallen, te zamen betrekking hebbend op een bedrag van f 180,30, dat de Gemeente ten onrechte bezwaar gemaakt had. In 1 geval, betrekking hebbend op een bedrag van. f 96, was bij het afdrukken van dit verslag de beslissing van den Minister nog niet bekend. Een der beslissingen, volgens welke de Gemeente ten onrechte bezwaar gemaakt had, was gegrond op de overweging, dat een door de Gemeente aangenomen waardebedrag van f 6,per week voor den vollen kost diende te worden gesteld op f 7,69 per week, zijnde een van 1 Januari 1933 dateerende waarde bepaling van den Raad van Arbeid. Burgemeester en Wet houders vestigden ten aanzien van deze beslissing er de aandacht van den Minister op, dat een bedrag van f 6,eer te hoog dan te laag ware te achten, zulks aan de hand van een viertal na 1 Januari 1933 op gemaakte waardeschattingen, van welke de hoogste f 4,80 per week bedroeg. De Minister verklaarde zich in beginsel bereid bij het nemen van beslissingen met deze norm zooveel mogelijk rekening te zullen houden, totdat deze aangelegenheid meer af doende zal zijn geregeld. VERSLAG WERKLOOSHEIDSVERZEKERING ENZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1935 | | pagina 767