40 4 Steunregeling. Bijslagen op kas- uitkeeringen. Voor rekening van Rijk en Gemeente (Rijksbijdrage 52,6 werden op de kasnitkeeringen bijslagen toegekend om te voor komen, dat uit de kas trekkende leden in ongunstiger omstan digheid zouden verkeeren, dan wanneer zij als uitgetrokken of dubbel uitgetrokken werkloozen in ondersteuning zouden zijn opgenomen. Deze bijslagen bedroegen in 1935 in totaal f 21.130,13. In 1935 werd wijzigingen van ondergeschikten aard buiten beschouwing gelaten dezelfde steunregeling als in 1934 toe gepast voor werkloozen, die in het geheel niet of niet langer in aanmerking kwamen voor uitkeering uit de gesubsidieerde werkloozenkassen. Begin December 1935 besloten Burgemeester en Wethouders tot wijziging der samenstelling van de in het vorige jaar ingestelde Commissie van advies voor den Werk- loozensteun. Hierbij werd het aantal vertegenwoordigers der vakcentrales van 2 op 4 gebracht, zoodat elk der vier vak centrales, die bemiddeling verleenen in de toekenning van den werkloozensteun, een vertegenwoordiger in die commissie kreeg. Voorts werd het aantal leden-werkgevers van 1 tot 4 uitgebreid. De leden-werkgevers worden, evenals voorheen het lid-werk- gever, telkens voor één jaar aangewezen, terwijl dit voor de vertegenwoordigers der vakcentrales verviel. Bovendien verviel het lidmaatschap van de commissie van twyee Gemeenteraads leden en van een vertegenwoordiger van het Bestuur van Maat schappelijk Hulpbetoon. De samenstelling der commissie werd derhalve als volgt: de Wethouder voor Sociale Zaken, voorzitter; de Directeur van de Gemeentelijke Arbeidsbeurs, de Directeur van den Gemeentelijken Dienst voor Maatschappelijk Hulp betoon, vier vertegenwoordigers van alhier gevestigde vakcen trales en vier werkgevers (deze vier werkgevers telkens voor een jaar aangewezen), leden. In 1934 en vorige jaren werd door het Rijk een bijdrage toegekend in de kosten van steunverleening aan werkloozen, afkomstig uit bedrijven, welke door den Minister aangewezen waren als crisisbedrijven. In 1935 werd echter ingevolge de met ingang van 1 Januari 1935 in werking getreden wet van 4 Maart 1935 (S. 76), houdende voorzieningen ter zake van gemeentelijke kosten van werkloos- heidszorg, bij de subsidieering in de steunverleening geen onder scheid meer gemaakt tusschen crisis- en andere werkloozen. Voor alle valide werkloozen werd in de kosten van steunver leening een bijdrage verleend uit het bij de wet ingestelde Werk- loosheidssubsidiefonds. Deze bijdrage bedroeg in 1935 voor de gemeente ’s-Gravenhage 52,6 VERSLAG WERKLOOSHEIDSVERZEKERING ENZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1935 | | pagina 768