I
BJjlage 41
ALGEMEENE OPMERKINGEN.
VERSLAG omtrent het lager onderwijs in de gemeente
's Gravenhage over het jaar 1935.
Gelijk reeds in liet onderwijsverslag over 1934 werd mede
gedeeld, moest in verband met den financieelen toestand der
Gemeente belangrijk op de onderwijsuitgaven worden bezuinigd;
ook in 1935 werd getracht deze uitgaven te verminderen.
Aangezien de salarissen der leerkrachten in 1934 waren ge
kort, werden in 1935 geen nieuwe salarisregelingen ingevoerd.
Wel werd bezuinigd door de regelingen van verschillende onder
deden van het onderwijs te herzien. O.m. werd de duur van den
cursus der avondnijverheidsscholen voor meisjes, welke 12 maan
den was, teruggebracht tot 9 maanden en wel van 1 September
tot 1 Juni. De boventallige leerkrachten bij het uitgebreid lager
onderwijs en bij het buitengewoon lager onderwijs werden af ge
schaft. In voorbereiding werd genomen een herziening van de
regeling der gemeenten ’s-Gravenhage, Rotterdam en Arnhem
voor de gemeenschappelijke examens voor akten voor voorbe
reidend onderwijs. Getracht zou worden de gewijzigde regeling
zóó tijdig klaar te hebben, dat de examens, die in 1936 zullen
worden af genomen, volgens de nieuwe regeling kunnen plaats
vinden. In de vergadering van 25 Februari 1935 heeft de Raad
zich vereenigd met een voorstel van Burgemeester en Wethou
ders om het vakonderwijs in de lichamelijke oefening in de
openbare scholen voor gewoon lager onderwijs geleidelijk te be
perken. De vermindering van het aantal lesuren in dat vak zal
beperkt blijven tot het 3e en 4e leerjaar van deze scholen. In deze
klassen zal, wanneer er een vacature in dit vak ontstaat, deze
niet worden vervuld, doch zal het onderwijs in dat vak in de
desbetreffende klasse worden opgedragen aan den klasseonder-
wijzer. De maatregel blijft van kracht, totdat in alle klassen van
de openbare scholen voor gewoon lager onderwijs bedoeld onder
wijs in handen van de klasseonderwijzers is gekomen. Bij het
voorbereidend onderwijs werd de toelatingsleeftijd verhoogd tot
jaar, waardoor eenige leerkrachten overcompleet werden en
op wachtgeld gesteld konden worden. Het onderwijs in hand
werken aan jongens op de school voor slechthoorenden werd
afgeschaft, zoodat volstaan kon worden met minder uren voor