41 10 Onderwijs aan zeer zwak zinnigen. Augustus 1935 wegens opheffing harer betrekking op wacht geld gesteld. Het vorige jaar waren er vier leerkrachten in handwerken (3 vaste en 1 tijdelijke leerkracht) aan de scholen voor b.l.o. verbonden. Op 31 December 1935 bedroeg dit aantal twee (1 vaste en 1 tijdelijke leerkracht). In het aantal piano- bespelers (bespeelsters) voor het gymnastiekonderwijs (4) is geen wijziging gekomen. De resultaten van het onderwijs in de verschillende scholen voor b.l.o. zijn bevredigend te noemen. De leeftijdsgrenzen van de leerlingen waren 7 en 17 jaren. De schoolgebouwen en de schoolmeubelen verkeerden over het algemeen in goeden staat, terwijl leermiddelen in voldoende hoeveelheid aanwezig waren. 147 kinderen werden door de zorg van de Vereeniging „Zorg voor het achterlijke kind” voor ongeveer 6 weken naar een ge- zondheidskolonie in Ede uitgezonden. Van het schoolbad werd geregeld gebruik gemaakt, terwijl de leerlingen van de 6e en hoogere klassen zwemonderricht in het Zuiderbad ontvingen. De volledige invoering van het arbeidsonderwijs kreeg in den loop van het jaar 1935 haar beslag. De resultaten, welke met dit onderwijs werden bereikt, zijn alleszins bevredigend. Een wijziging van het leerplan is in voorbereiding. De school voor zeer zwakzinnigen bestond op 31 December 1935 uit 5 klassen, nl. een werkklasse voor de oudste jongens, een huishoudklasse voor de oudste meisjes, een groep voor de minst intellectueele leerlingen, een groep voor de meest intellectueele leerlingen en één tusschen de beide laatste groepen in. De jongste leerling was 6 jaar, de oudste 17 jaar. De leer lingen van 18 jaar en ouder werden allen afgeschreven. In afwachting van een regeling van de nazorg voor achterlijke leerlingen mochten zij voorloopig als „gast” de school blijven bezoeken. Er waren 9 jongens en 7 meisjes, die hiervoor in aanmerking kw’amen. De resultaten van het onderwijs waren over het algemeen gunstig. De arbeid in de werkklasse voor jongens was zeer bevredigend. Er werden 68 stoelen en 9 voetenbankjes gemat en 150 rietmatten vervaardigd. Voorts vervaardigden de leerlingen handstoffers, zeilzwabbers, borstels, ruige matten en netten. Door de meisjes werden tasschen van jute, wollen sjaals, kussenovertrekken e.d. geweven. De gemaakte werkstukken zijn meerendeels verkocht. Uit de opbrengst werden alle uit gaven aan materiaal, gereedschappen en belooningen aan de leerlingen bestreden. De meisjes ontvingen geregeld onderwijs in huishoudelijken arbeid, zooals koken, wasschen, strijken en tafeldekken. VERSLAG LAGER ONDERWIJS. J

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1935 | | pagina 788