I 44 3 VERSLAG VAN CURATOREN DER GEMEENTELIJKE LYCEA OVER HET SCHOOLJAAR 1934—1935. Door den Gemeenteraad werden in zijn vergadering van 23 Juli 1934 tot Curatoren der Gemeentelijke lycea benoemd Mevrouw C. Duparc—Simons, Mevrouw A. E. J. de Vries Bruins en Mevrouw M. van Buttingha Wichersvan Voorst Vader, benevens de heeren Prof. Mr. Dr. P. Lieftinck, Mr. L. P. J. Michielsen, Mr. B. C. Slotemaker, Z. Stokvis, Ir. J. K. Tromp en Ir. G. H. M. Vierling. Mevrouw de VriesBruins en Mr. Mi chielsen vormden de schakel met de commissie van toezicht op het Middelbaar Onderwijs eenerzijds en met het College van Curatoren der openbare gymnasia anderzijds. Nadat het curatorium 30 Juli d. a. v. door den waarnemend- Wethouder van Onderwijs, den heer F. N. V. Quant, was geïn stalleerd, hield het aanstonds zijn eerste vergadering, waarin voor den tijd van één jaar werd benoemd tot voorzitter Mr. Mi chielsen, tot onder-voorzitster Mevr, de VriesBruins en tot secretaris Prof. Lieftinck. In December 1934 trad deze laatste uit het college wegens verhuizing naar Rotterdam. De Gemeen teraad benoemde in zijn plaats tot curator Mr. T. A. van Dijken en als secretaris werd de heer Lieftinck vervangen door Mr. Slotemaker. Nu de beide lycea bij een afzonderlijk curatorium zijn onder gebracht, wordt bij onze werkzaamheden het bezivaar van het tweeslachtig karakter van het instituut „lyceum”, welks gym nasiale afdeeling wordt beheerscht door de bepalingen der wet op het hooger onderwijs en waarvan de onderhouw en de afdee ling h. b. s. zich hebben te richten naar de wet op het middelbaar onderwijs, telkens sterk gevoeld. Een zelfstandige wettelijke regeling van dit schooltype, nader uitgewerkt bij plaatselijke verordening, achten wij voor de praktijk en voor de duidelijke bepaling van zijn rechtspositie een urgent belang. In het schooljaar 1934/1935 hebben wij tien keer vergaderd. Eenige malen werd in deze bijeenkomsten uitvoerig gesproken over de vele onvoldoende cijfers, die op de rapporten voorkomen, en over het groote aantal kinderen, dat elk jaar voor een hoogere klasse wordt afgewezen. Eén vergadering in Mei was gewijd aan het rapport van de Commissie voor bezuiniging op het voorbereidend hooger en middelbaar onderwijs, waarbij vooral VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1935 | | pagina 838