1
44
7
VERSLAG VAN DE SUB-COMMISSIE B DER COMMISSIE
VAN TOEZICHT OP HET MIDDELBAAR ONDERWIJS,
OVER HET SCHOOLJAAR 1934—1935.
In de samenstelling der Commissie kwamen in den loop van
het verslagjaar eenige wijzigingen. De heeren Belinfante en
Philippona zagen zich, tot leedwezen der Commissie, genood
zaakt voor het lidmaatschap te bedanken. In hun plaats werden
door den Gemeenteraad resp. op 22 October 1934 en 4 Februari
1935 benoemd de heeren dr. H. P. Oosterbaan en F. Schiff.
De Commissie vergaderde in het verslagjaar zeven maal, nl.
op 24 September, 31 October, 10 December, 23 Januari, 13 Maart,
6 Mei en 24 Juni.
Over het werk der Commissie werden in vorige verslagen
reeds mededeelingen gedaan, zoodat een afzonderlijke vermel
ding daarvan hier achterwege kan blijven.
De volgende punten, die in de Commissie behandeld werden,
verdienen evenwel in het bijzonder vermeld te worden.
In de eerste plaats maakten voorgenomen bezuinigingen
verschillende maatregelen noodig. Reeds was bij den aanvang
van het schooljaar aan den Gemeentelijken handelseursus aan
de de-Gheynstraat geen nieuwe eerste klasse gevormd en het
lag in de bedoeling dezen cursus geleidelijk op te heffen en met
drie cursussen te volstaan. De definitieve opheffing vond even
wel reeds plaats in het verslagjaar, doordat de Gemeenteraad
op 24 Juni 1935 besloot met ingang van 1 September 1935 den
cursus geheel op te heffen. In verband hiermede werd aan den
heer P. J. Mols eervol ontslag uit zijn betrekking van directeur
van dien cursus verleend. Met veel waardeering mag op deze
plaats gewag worden gemaakt van het vele goede, dat de heer
Mols gedurende 25 jaren voor het handelsavondonderwijs heeft
gedaan.
Tegelijkertijd besloot de Gemeenteraad de beide handelsdag-
seholen in het gebouw Waldeck-Pyrmontkade 5 te huisvesten,
waardoor eenige bezuiniging op het onderwijzend personeel kon
worden bereikt. De naam „handelsdagschool” werd tevens ge
wijzigd in „handelsschool”.
Door Burgemeester en Wethouders werd op 24 Januari 1935
een nadere regeling getroffen in zake het waarnemen van
nevenbetrekkingen door leeraren, werkzaam bij het openbaar
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.