I
44
21
Vergelijking van de percentages der bevorderden in de
le klassen in het bijzonder met die voor de hoogste (examen)-
klassen doet zien, dat de percentages voor de le klassen voor de
jongens alle en voor de meisjes voor het meerendeel de laagste
zijn. Voor de jongens zijn ook de percentages voor de le klassen
voor het meerendeel lager dan die voor alle klassen te zamen.
In het algemeen kan worden vastgesteld, dat de percentages
der bevorderden voor de meisjes hooger zijn dan voor de
jongens.
(Staat V.)
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.
Schooljaar.
Meisjes.
Totaal.
Openbare gymnasia
Bijzondere gymnasia.
Openbare h.b.s.
Bijzondere h.b.s.
Openbare handelsdagscholen
Oem. handelscursussen
handelscursussen
Gem. 1926/’27 t./m. 1930/’31
1931/1932
1932/1933
1933/1934
1934/1935
Gem. 1928/’29t./m. 1930/’31
1931/1932
1932/1933
1933/1934
1934/1935
Gem. 1926/’27 t./m. 1930/’31
1931/1932
1932/1933
1933/1934
1934/1935
Gem. 1926/’27 t./m. 1930/’31
1931/1932
1932/1933
1933/1934
1934/1935
Gem. 1926/’27t./m. 1930/’31
1931/1932
1932/1933
1933/1934
1934/1935
Gem. 1926/’27 t./m. 1930/’31
1931/1932
1932/1933
1933/1934
1934/1935
Gem. 1926/’27 t./m. 1930/’31
1931/1932
1932/1933
1933/1934
1934/1935
14,4
11,1
11,4
15,-
15,6
10,7
7,6
8,-
16,-
15,-
16,3
17,2
12,6
16,7
14,9
16,2
13,9
15,9
15,2
12,1
14,3
21,9
30,7
27,6
28,-
32,2
31,4
31,7
28,7
27,3
27,3
17-
Aantal leerlingen, dat de school ver
liet (uitgezonderd de voor het eind
examen geslaagden), in pCt. van het
totaal aantal leerlingen.
Jongens.
16,4
18,2
16,8
11,7
19,2
13,4
9,5
I 8,6
9,4
13,9 j 12,6
20,- (10,4) 22,1 (11,6)
20,3
18,9
19,6
25,2
I 14,5
14,3
16,2
12,1
14,6
18,2
14,1
11,5
22,-
19,5
36,1
35,6
29,9
44,9
41,5
31,8
28,4
29,2
35,8
29,3
I 15,3
i 14,4
j 13,9
j 13,4
i 17,3
10,8
i 8,1
i 8,2
10,6
13,5
20,9 (10,6)
17,5
16,3
17,3
19,8
13,3
16,-
15,3
14,9
14,1
16,6
14,8
11,9
16,4
21,3
32,5
30,8
28,8
37,6
35,3
31,7
28,6
28,2
30,9
22,4
0 Tusachen haakjes de percentages voor no. VII gedurende het bestaan van de handelsschoolafdeeling.