44
33
Ten aanzien van deze cijfers dient te worden opgemerkt, dat
tot en met 1929/1930 in de aantallen van de openbare hoogere
burgerscholen begrepen zijn die voor de gymnasiale afdeeling
van het Gemeentelijk Lyceum en in de aantallen van de bijzon
dere hoogere burgerscholen die van het R.-K. Lyceum voor
meisjes alsmede, voor zoover opgaven werden verstrekt die van
het Nederlandsch Lyceum.
Uit de wijzigingen van jaar tot jaar in de percentages, be
rekend voor de geslaagden, die aan een universiteit of hooge-
school gingen studeeren, alsmede ten aanzien van het aantal
geslaagden met bestemming handels-, kantoor- of winkelbe
diende, is het vrijwel onmogelijk een algemeene gevolgtrekking
te maken. Opvallend is echter bij de gymnasia de stijging in
het laatste jaar van het aantal leerlingen met bestemming
handels-, kantoor- of winkelbediende.
Ditmaal voor het eerst is getracht de gegevens van staat IX
omtrent het aantal leerkrachten, verdeeld naar het aantal lessen
per week, nader uit te werken door rekening te houden met de
omstandigheid, dat verscheidene leerkrachten aan meer dan
één school verbonden zijn. Daarbij is het onmogelijk gebleken,
de verdeeling van de leerkrachten naar de verschillende inrich
tingen en richtingen van onderwijs te handhaven. In het
volgend overzicht worden daarom slechts de totale aantallen
gegeven, betrekking hebbend op de instellingen vermeld in
staat IX. Voor zoover de gegevens volledig zijn verstrekt, is
ten slotte rekening gehouden met de lesuren gegeven aan andere
inrichtingen dan de in den staat vermelde.
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.
lessen per week.
120
65
87
64
65
125
559
22
38
138
159
450
31
21
75
162
450
18
28
19
34
111
D
33
41 2)
Totaal
aantal leer
krachten.
31
t./m.
35
i) Hiervan 2 met 36 lessen.
3
3) 4 86, 4
Aantal, niet rekening houdende
met dubbeltellingen
Aantal, rekening houdende met
dubbeltellingen
Aantal, rekening houdende met
de lesuren aan andere inrich
tingen
6
t./m. t./m. t/m. t./m. t./m. t./m.
10
36, 2 met 37 en 1 met 40 lessen.
87 en 1 42
21
25
1
5
11
15
26
30
Leerkrachten met
16
20