47 4 van een doel, waarvan de verwezenlijking reeds meer dan twin tig jaar als taak was gesteld; voor het vertrouwen en den steun, voor de samenwerking met de bouwdirectie en de Gemeentelijke diensten en niet het minst met zijn eigen staf en overig per soneel tijdens den arbeid bij overbrenging en nieuwe opstelling der verzamelingen verricht. Hij besloot met een schets van doel en taak van het nieuwe Museum. Namens Z.Exc. den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen bracht Prof. Mr. G. A. van Poelje de geluk- wenschen der Eegeering over, zoowel aan het Gemeentebestuur als aan de Directie van het Museum, waarbij hij kon mededeelen, dat het H. M. de Koningin behaagd had aan ondergeteekende den gouden penning wegens verdiensten voor openbare verza melingen toe te kennen. Namens de Eegeering bood hij ten slotte aan het Gemeentebestuur het door C. de Moor geschilderd portret van den betreurden bouwmeester van het Museum aan. Ten slotte kreeg Z. Exc. Jhr. Mr. Dr. H. A. van Karnebeek, Commissaris der Koningin in deze Provincie, het woord om het Museum te openen. Hij herinnerde er daarbij aan, dat de eerste plannen voor een betere voorziening in de behoeften der Ge meentelijke verzamelingen van kunst en wetenschap tydens zijn Burgemeesterschap gerijpt waren in overleg met wijlen den wethouder Jurriaan Kok en met ondergeteekende en dat het voorstel tot stichting van den Dienst voor Kunsten en Weten schappen, met de opdracht te zorgen voor een nieuw Museum- gebouw, het laatste was geweest, waaronder hij zijn handteeke- ning als Burgemeester had geplaatst. Waar hij thans geroepen was tot de plechtige opening, deed die herinnering hem deze met te grooter vreugde verrichten. Daarna werd door de genoodigden het gebouw in groepen bezichtigd. Den eigen avond van dien dag kon ondergeteekende in het gebouw met avondverliehting een receptie houden, welke gedeeltelijk een persoonlijk karakter droeg, maar tevens gelegen heid bood om aan velen, die bij de beperkte plaatsruimte des middags niet hadden kunnen worden uitgenoodigd, het gebouw te toonen vóórdat het ook voor het publiek was opengesteld. Op Vrijdag 31 Mei des namiddags hield het Gemeentebestuur met hetzelfde doel eene receptie, waartoe behalve leden van het corps diplomatique, vooral rijks-, provinciale en gemeentelijke autoriteiten waren uitgenoodigd. Van deze uitnoodiging maakte een uitgelezen gezelschap gebruik. Deze 29 Mei sloot een periode af van zeer ingespannen werk zaamheid; zij opende echter tevens eene nieuwe, welke aan het personeel van den Dienst geen mindere eischen stelt, daar het VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1935 | | pagina 907