47 8 Zalen voor wis- selopstelling. Schema der opstelling-. de aquarellen; de meest oostelijk gelegen zalen hiervan moesten echter bij de Muziekafdeeling getrokken worden. Het gevolg van deze beperkingen is een plaatsgebrek, dat tot veel verder gaande schifting noopt dan oorspronkelijk voor genomen was. Dat een schifting noodig zou zijn, stond steeds vast en kon geen bezwaar geacht worden. Het spreekt van zelf, dat in den loop der jaren in de verzameling voorwerpen opgenomen zijn, die niet meer voor tentoonstelling in aan merking kunnen komen. De inperking van de beschikbare ruimte eenerzijds, een sterke uitbreiding van de collectie in den laatsten tijd anderzijds, daarbij de overtuiging, dat ieder kunst werk, wil het tot zijn recht komen, ruimte eischt, dwongen er toe, ook op zich zelf niet onbelangrijke werken niet ten toon te stellen. Er wordt naar een regeling gestreefd, waardoor de niet geëxposeerde werken eventueel toch voor belangstellenden te zien zullen zijn. Ook zullen enkele zalen bestemd worden voor wisselopstel- ling, waardoor meer werken althans tijdelijk zullen kunnen worden tentoongesteld. Dat een groot aantal werken dus op den duur aan de permanente tentoonstelling onttrokken zal moeten worden, is niet uitsluitend als een bezwaar te zien. Zoo kan het peil van de geëxposeerde collectie systematisch verhoogd worden. De verzameling is opgesteld naar het volgende schema: de geheele noordkant is bestemd voor de kunst van de 19e eeuw, die, te beginnen met de groote zaal aan het westelijk einde (de kleine hoekzaal geeft nog een voortzetting van de Haagsch Historische afdeeling: Haagsche portretten en topografie uit de 19e eeuw) in chronologische volgorde doorloopt tot aan het noord-oostelijk trappenhuis, waar de monumentale teekeningen van Derkinderen als overgang tot de kunst van den lateren tijd geplaatst zijn. Daartusschen als middenzaal Breitner en zijn tijdgenooten, met aan de eene zijde zalen voor de Haagsche school, aan de andere die voor de latere negentiende-eeuwers, waaronder de Fransche Impressionisten. De groote zaal tusschen de beide trappenhuizen aan de oostzijde is bestemd voor beeld houwwerken, monumentale schilderkunst en moderne kunstnij verheid. Hierbij sluit het zuid-oostelijke trappenhuis aan, dat met abstracte werken het experimenteeren in de kunst van het begin dezer eeuw laat zien. De zuidzijde werd bestemd voor de kunst van onzen eigen tijd. De belangrijke schenking Conrad Kickert maakte hier eenen sterken internationalen inslag mo gelijk. Het is te betreuren, dat de 20e-eeuw afdeeling, die bij vele bezoekers, speciaal bij de jongeren een opmerkelijke voor- VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1935 | | pagina 911